HerinneRing 06503 – 02 maart 2006

Ham, de paardenman

Nog maar een keertje dan. De reeds eerder genoemde Harmen Schaft was blijkbaar een typische paardenman. Ook op deze foto is hij degene die het paard in toom houdt, hetgeen hem ongetwijfeld zeer goed afging. Behalve een band met het paard had hij ook de fysieke kracht om het af te dwingen. Legendarisch zijn de verhalen over zijn ongelooflijke sterkte, over hem wordt verteld dat hij in staat was om met één hand twee melkbussen tegelijk op de kar te laden. Op de foto is duidelijk te zien hoe zwaar dat moet zijn, want links staat Klaas Klz Schaft met twee melkbussen, maar die hangen wel aan een juk en dat draagt heel wat makkelijker. Wie er nog meer op deze afbeelding staat is nog onbekend, wellicht zijn er onder u die hier nog een helpende hand kunnen bieden?

HerinneRing 03670- 01 maart 2006

Nog vroeger

We komen nog even terug op de vrachtauto van de laatste dagen. Inmiddels is ook bekend dat het niet een van eerste, maar DE eerste vrachtauto was die de gebroeders Schaft in gebruik namen.
Afbeeldingen uit de tijd van de hondenkar bij “de Schafte” hebben we nog niet gezien, maar het paard hebben we wel. Altijd vergezeld door Harmen Schaft.
Hij vertrok in die dagen voor dag en dauw naar Amsterdam, stak met paard en wagen achter het CS met de pont over en ventte gedurende de dag de melk van de familie Schaft uit in de stad.
’s Avonds ging hij op dezelfde manier weer terug, maar dan stopte het paard aan de voet van de dijk vanzelf bij het plaatselijke café, waar Ham zijn dagelijkse borreltje dronk. Of het paard ter plekke ook iets lekkers kreeg vertelt het verhaal niet, maar ingesleten gedrag was het wel.

HerinneRing 06508a- 28 februari 2006

Halve waarheden zijn ook waar

Gisteren waren we nog op zoek naar de naam van de chauffeur en het meisje in de laadbak.
Vandaag is de helft van het vraagstuk opgelost. In de achterbak, achter de cabine van de vrachtauto, ontwaren we Jannetje Schaft, hetgeen dan heel goed Jannie van Klaas en Eef Korsse zou kunnen zijn.
Of dat dan weer waar is, ik houd een hele grote slag om de arm, want dit is een ingewikkelde familie:
zo ben ik tegengekomen opa Klaas, Klaas Klaaszoon, Klaas Willemszoon, kleine Klaas en lange Klaas en zulke uitspraken maken het nou niet echt makkelijk om de een van de ander te scheiden.
Hierbij valt het verschil tussen Jannie en Jannetje in het niet, toch.

Rest nog de naam van de chauffeur, die zullen in die tijd niet dik gezaaid zijn, dus we houden nog zeker goede moed.

HerinneRing 06508- 27 februari 2006

Melkinrichting

Zo te zien een één van de eerste vrachtauto’s die bij “de Schafte” dienst ging doen.
Dan bevinden we ons al het derde stadium van vervoer, want hondenkar en paard en wagen gingen aan deze periode vooraf.
Het zal dan ook aan het eind van de twintiger jaren zijn geweest dat deze foto werd gemaakt.
Wellicht kunnen we hem nog duidelijker dateren als er mensen zijn die de chauffeur en/of het meisje in de achterbak kunnen herkennen.
Door op het plaatje te klikken krijgt u een groter beeld en dan zou het moeten lukken om tot herkenning te komen. We rekenen op u, of uw moeder/vader, oma/opa, buurvrouw/buurman. Op de zijkant staat een bord waarop allerlei gewichten zijn aangegeven en de formidabele snelheid van 18 km, onbekend is of dat de maximum snelheid of de maximaal toegestane snelheid is.

Historisch Bekeken (51-2) – 26/2/2006

In de kaart gekeken
(vervolg van gister)

Het schoolgebouwtje had in ieder geval twee deuren, één aan de oostzijde en één aan de westzijde, aan de kant van het Kerkplein. Dat weten we uit het boek dat de schoolmeester van de kerkbuurtschool in de zeventiende eeuw schreef. In dat boek verhaalde de schoolmeester over de avonturen van de Oostzaanse zeerover Claes Compaen. Na zijn belevenissen op zee kwam Compaen weer in het dorp wonen en een deel van zijn tijd bracht hij vissend door in de sloot achter de kerk. Na het vissen liep de zeerover vaak zwijgend door het schooltje, de ene deur in, de andere deur uit.

051 Een kadastrale kaart uit 1822 Collectie Oudheidkamer Oostzaan

Regthuijs
Het gebouwtje links van de kerk, nummer 1401, was vroeger het Regthuijs van Oostzaan, de voorloper van het huidige gemeentehuis. Daar werd in de achttiende eeuw het dorp bestuurd en er werd recht gesproken. Als je de situatie van toen zou vergelijken met die van nu, dan is er heel veel veranderd. De kerk staat er nog steeds, maar alle andere gebouwen er omheen zijn verdwenen.

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.

Historisch Bekeken (51-1) – 25/2/2006

In de kaart gekeken

Volgens het spreekwoord heeft iedere gek een gebrek. Mijn gekte richt zich voor een deel op oude kaarten. Urenlang kan ik over een kaart gebogen hangen en wegdromen in de tijd. En gelukkig kan ik daarbij terugvallen op een flinke kaartverzameling, zowel hedendaagse herdrukken als originele kaarten uit de zeventiende eeuw en later. Iedere kaart heeft daarbij zijn eigen verhaal en zijn eigen geschiedenis.

051 Een kadastrale kaart uit 1822 Collectie Oudheidkamer Oostzaan

Kerkbuurtschool
De Oudheidkamer Oostzaan en mijn persoontje kunnen over een groot aantal kadastrale kaarten beschikken, uit de jaren rond 1822, 1882, 1920 en 2000. Zo kun je van bepaalde gebieden en zelfs van bepaalde gebouwen de ontwikkeling in de tijd volgen. Op het bijgaande kaartje uit 1822 is de Kerkbuurt in Oostzaan afgebeeld. Perceel 1402 is dan ook de Grote Kerk. Interessanter zijn echter de gebouwtjes 1405 (schuin onder de kerk) en 1401 (links van de kerk). Het gebouwtje 1405 is de oude kerkbuurtschool zoals die sinds de zeventiende eeuw in gebruik is geweest. Het was vooral een eenvoudig gebouw waarin alle leerlingen in één ruimte les kregen van één leraar, bij hoge uitzondering bijgestaan door een hulpleraar. Die leraar stond in die tijd nog niet vóór de klas, maar zat er middenin. Om de beurt mochten de leerlingen bij de leerkracht komen en dan kregen zij alle persoonlijke aandacht. De rest van de tijd werkten de scholieren zelfstandig.
(vervolg morgen)

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.

HerinneRing 06489- 24 februari 2006

Wie verre reizen maakt ….

heeft veel te vertellen en zoals een bekende fotograaf ooit schreef: “Een plaatje houdt op bij de rand van de foto, en dan begint het verhaal”. Helaas is het verhaal ons verder onbekend. Dat wil zeggen voor een groot deel, niet helemaal. De foto is uit de nalatenschap van de OSV trainer Hans Boersma en het gezelschap dat erop staat zijn zeer waarschijnlijk de gelukkigen die zich op deze reis naar het toen nog behoorlijk verre Berlijn begaven. Het zou 1957 geweest zijn en blijkbaar in het kader van een daar te spelen wedstrijd, want op een andere foto staat ook het elftal afgebeeld. Wie kan zich deze reis nog herinneren en heeft voor ons nadere informatie? Uiteraard zijn wij benieuwd naar de deelnemers, wie herkent de personen op deze foto? Door op de foto te klikken krijgt u een duidelijker (groter) beeld van dit gezelschap.

HerinneRing 01564 – 23 februari 2006

Nostalgie…

En dan blader je wat door de grote hoeveelheid foto’s die we al van Oostzaan en bekende Oostzaners hebben en dan ineens valt je oog op een foto van een vrouw die in je jonge jeugd ineens verschrikkelijk belangrijk voor je was.

In 1944 ging ik naar de lagere school. Je had de leeftijd en dus moest je. Met vriendje Anton werden we door onze moeders weggebracht. Nauwelijks het grote ijzeren hek voor de school gepasseerd of wij begonnen te brullen.
Waarvoor wisten we denk ik niet eens precies, maar het gevoel dat het over was met spelen en doen wat je wilde, was wel duidelijk.
Binnen in de school werden we overgegeven aan een vriendelijke dame, juffrouw Schuitemaker. Haar troostende woorden ten spijt bleven Anton en ik nog een tijdje protesterend door huilen. Juffrouw Schuitemaker had ervaring met kinderen en ook met brullende kinderen. Zij wist dat het maar tijdelijk was en dat je je zou gaan schikken. Hoewel dat tijdelijk toch nog wel een aantal dagen bleef doorgaan, kwam ook het moment dat wij moesten erkennen dat er geen ontsnappen meer mogelijk was. Niet de school, niet wat je daar leerde, maar zij die ons dat leerde, Juffrouw Schuitemaker, die won het pleit. Met haar rustige vriendelijke stem won ze je voor haar en voor het schoolgaan. In mijn gedachten kan ik me van haar zelfs geen stemverheffing herinneren. Dat had ze niet nodig.
Ze woonde maar een paar huizen verder dan mijn ouderlijk huis en als ik haar zag aankomen, dan holde ik gauw naar buiten om eventjes “Dag juffrouw” te zeggen. Juffrouw Schuitemaker groette je dan met een vriendelijke glimlach terug.
Zij had mijn kinderhart gewonnen.
Toen ik bovenstaande foto tegen kwam kon ik niet anders als eventjes heel zacht “Dag juffrouw” zeggen. En ze glimlachte naar me; ik weet het heel zeker.

HerinneRing 06499 – 22 februari 2006

Naar waarde genoten

Opmerkelijk is toch een woord dat van toepassing blijft op het leven EN het verscheiden van Reinier Plooijer. Toen ik onlangs zijn graf bezocht om een foto te maken van de steen die is geplaatst, kon ik niet bevroeden dat de schaduw die op de steen viel, heel duidelijk symbool stond voor het feit dat het in het leven van Reinier niet enkel zonneschijn was.
Toeval? Natuurlijk, maar toch ….

Ook de tekst viel mij op, treffend, dus rees de vraag: “Wie heeft dat bedacht”.
Enig navragen leverde alweer een opmerkelijk feit op. Reinier had zijn leven zo zeer naar waarde genoten dat er geen geld meer was voor een grafsteen.
Zoals zo vaak was voorgekomen tijdens de alcoholische uitspattingen bij leven, was hij ook nu weer “gered” door zijn dorpsgenoten. Vele Oostzaners hebben zijn leven gerekt, door hem ook tijdens strenge winters en hopen sneeuw, wakker te maken als hij zijn nachtelijke tocht richting huis had opgegeven en zich ten ruste had gelegd op een sneeuwhoop. “Kom op, Nier, hier kan je niet blijven, dan vries je dood”, werd er dan gezegd en iemand bracht hem dan wel weer naar huis.
“Thuis gebracht” is hij ook nu weer, niks anoniem. Op initiatief van medewerkers en clientèle van café Huppeldepub is er een mooi bedrag ingezameld om Nier ook op zijn laatste rustplaats naar waarde te genieten.

HerinneRing 01235 – 21 februari 2006

De verwarring

Uit een verslag van een brandkroniek blijkt:
“4 dec. 1907: in de nacht van Woensdag op Donderdag, omstreeks half drie, woedde er brand bij de heer W Schoen, handelaar in galanterieën. Het huis werd mede bewoond door den heer H Mooy, manufacturier. Hoewel er een zeer felle wind stond en de brand zich aanvankelijk ernstig liet aanzien, wist de Kerkbuurtspuit hem toch te beperken tot de galanteriewinkel, die evenwel geheel uitbrandde. De woning van den Heer Mooy, zoomede diens goederen, beliepen alleen waterschade.”
Waarschijnlijk ligt hier de grondslag voor de verwarring over de brand bij Schoen. Blijkbaar was er in die jaren sprake van een samenwerking tussen W Schoen en H Mooij en zal de brand toch hebben plaatsgevonden op de locatie Kerkbuurt 44 en niet Kerkbuurt 40.
Helaas is deze kroniek niet helemaal compleet (of compleet overgenomen), waardoor de gegevens uit 1904 ontbreken, ik heb ze in ieder geval nog niet kunnen vinden.

De brand van 1926 is daarentegen uitgebreid gedocumenteerd:
“Ruim een jaar later, op donderdagmiddag 20 Mei 1926, een fraaie meidag, verbrandde tegen 1 uur het grote manufacturenmagazijn met winkel en woonhuis van den heer H H Mooij, in de Kerkbuurt. De gebouwen werden totaal verwoest, en het benoorden gelegen Post- en Telegraafkantoor verbrandde grotendeels, benevens de daarbij behorende woning. Voorts ging gedeeltelijk het woonhuis van dokter Taams dat ten zuiden van de brand was gelegen verloren. Ook voor deze brand werd hulp uit Zaandam gehaald, welke hulp werd verleend in de vorm van 2 autospuiten, één van de Vrijwillige Brandweer, en één gemerkt no 7. Ook nu had Oostzaan nog steeds de beschikking over drie brandspuiten, waarvan er slechts twee in goede staat verkeerden. De Zaandamse brandweer deed ruim twee uur uitstekende dienst.”