34 – Thee met een klontje kandij
Een paar dagen geleden moest ik tijdens een bezoek aan het museum Grietje Tump in Landsmeer terugdenken aan mijn grootmoeder, Jacobje de Boer uit Jubbega. In het begin van de twintigste eeuw kwam zij vanuit Friesland naar de Zaanstreek, op zoek naar werk. Terwijl zij in een dienstje werkte, ontmoette zij mijn grootvader en werd verliefd. Mijn grootvader heb ik helaas nooit gekend, maar het beeld van mijn oma staat nog steeds op mijn netvlies gegrift. Ze zag er dan ook uit zoals een grootmoeder eruit moet zien: klein en tenger, met zilvergrijs haar in een knotje op het achterhoofd gebonden. Ze zat vaak te breien in haar stoel, een hoge, rechte Friese knopjesstoel met een grote zak die aan een van de armleuningen. Daarin zat haar breiwerk en tijdens het breien kwam er vanuit de zak de wollen draad omhoog naar de vlijtig bewegende pennen. In een hoog tempo werden sokken, sjaals en andere kledingstukken geproduceerd. Alleen voor een kopje thee werd het werk even stilgelegd.
Servies
Op oma’s dressoir stond altijd een fraai dienblad met het luxe servies. Maar meestal werd er thee gedronken uit de dagelijkse kopjes. Als daarvan een blusje af was, dan was dat niet zo erg. Overigens, voor degenen die niet weten wat een bluts of blus is, zie het Geïllustreerd Oostzaans Woordenboek zoals dat vanaf 3 november in de boekhandel ligt. En de theepot stond door de weeks ook nooit op het theelichtje. Een fraaie theemuts zorgde ervoor dat de thee niet teveel afkoelde. Alhoewel het woord theemuts niet de juiste naam is, maar ik weet geen betere. Het was een constructie die je aan de bovenzijde kon openklappen, zodat je de theepot erin kon zetten. En daarna sloot je de twee helften weer en met een knipje op de beugels kon je de ‘theemuts’ afsluiten. Om het theedrinken toch een feestelijk tintje te geven, kregen we er vaak een klontje kandij erin. Echte kandij, zo van het touwtje afgebroken. Als kind dronken we dan snel de thee op zodat we daarna heerlijk op het klontje kandij konden sabbelen. Dat was niet de bedoeling, maar wel lekker. Eigenlijk moest de kandij in het kopje achterblijven om zo ook het tweede bakje smaak te kunnen geven.
Grietje Tump
Het servies op de foto staat in museum Grietje Tump, één van de leukste, kleinste en vooral volste museumpjes die ik ken. Het museum in Landsmeer (alleen open op zondagmiddag) heeft net zijn 25 jarig bestaan gevierd. Tot 1973 was het de woning van Grietje Tump, rentenierster en landeigenaar. De tijd heeft er stilgestaan. Pas in 1964 liet Grietje elektriciteit aanleggen en het huis werd in 1970 op het gasnet aangesloten. In het museum waan je je dan ook weer in de verleden tijd. In de Jol, het tijdschrift van de Oudheidkamer Oostzaan, zoals dat deze in oktober 2004 is verschenen, wordt het museum nader belicht. Maar daarnaast staan er ook artikelen in over de ontstaansgeschiedenis van de regio en sappige verhalen over de eendenhouderij. De Jol is te verkrijgen bij de Oudheidkamer Oostzaan.
Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.