Historisch Bekeken (48) – 21/01/2006

De dokter, een heer op stand

Voor de regionale geschiedenis is vooral dokter Bakker in Broek in Waterland belangrijk geweest. Ongeveer honderd jaar geleden maakte hij uitgebreide aantekeningen over de volksgeneeskunde en over de volksverhalen die hij hoorde. Als heer van stand liet hij zich per koetsje of per roeiboot naar zijn patiënten vervoeren. En zijn patiënten die in het uiterste geval naar een ziekenhuis in Amsterdam vervoerd moesten worden, maakten van dezelfde vervoermiddelen gebruik: paard en wagen, handkar of roeiboot. De oude handkar annex ambulance op de foto is nog iedere dag te bewonderen in het Waterlandziekenhuis in Purmerend. Nu moet een ambulance binnen vijftien minuten na melding op de plaats van een ongeluk aangekomen zijn. Met de handkar zal dat niet altijd gelukt zijn. Zwaailicht en sirene ontbreken geheel. Maar aan de andere kant waren er ook geen files en kettingbotsingen.

048 Ziekenvervoer in vroeger tijden
foto Rob Veenman

Status
In de medische wetenschap is enorm veel veranderd. Waar je vroeger beslist aan dood ging, kan men tegenwoordig soms genezen met een simpel pilletje. En als dat niet voldoende is, dan repareren ze je hart door bloedvaten vanuit je been als nieuwe hartkransslagader te gebruiken. Alsof de brandstofleidingen van je auto vernieuwd moeten worden. Maar niet alleen de medische techniek en kennis is in de loop van de jaren veranderd. Dat geldt ook voor de manier van omgang tussen arts, patiënt en verplegend personeel. Vroeger bestonden er natuurlijk veel meer rangen en standen. Je had arbeiders en fabrikanten, werkvolk en bazen, ‘Jan met de pet’ en de gegoede burgerij. En je had patiënten en doktoren. Door de standsverschillen zullen er ongetwijfeld veel misverstanden gerezen zijn. De dokter stelde vragen en gaf opdrachten zoals: “u moet gezonder gaan leven. En dat is dan afgesproken”. Als patiënt diende je dan met respect te antwoorden, de opdrachten uit te voeren en verder te zwijgen.

Gasthuis
Ik zal nooit het bezoek vergeten dat ik als klein kind aan het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam, de voorloper van het huidige AMC, heb mogen brengen. Een familielid was daar opgenomen en op een zondagmiddag mochten wij mee op ziekenbezoek. Maar dat ging niet zomaar. Een roodwitte slagboom sloot het terrein af en een streng kijkende man in uniform in een kleine portiersloge hield iedereen voor de slagboom tegen. In die tijd hadden mensen blijkbaar nog respect voor dergelijke functionarissen. En aan het begin van de bezoektijd ging de slagboom omhoog en stormden alle wachtenden naar binnen, op weg naar de verpleegafdelingen. Ook die hebben op mij diepe indruk gemaakt. Een grote, kille zaal met meer dan twintig bedden. Als bezoeker en ongetwijfeld ook als patiënt voelde je daar ongelooflijk nietig, opgenomen in en overgeleverd aan de gezondheidszorg van die tijd.

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Stichting Oudheidkamer Oostzaan. Voor reacties, vragen en tips kunt u hem bereiken via Postbus 558, 1440 AN Purmerend of rveenman@vpcconsult.nl

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.