In de vitrine in de kerk laten we merklappen, tasjes en ander
borduurwerk zien, aangevuld met diverse attributen.
In de Kolkvitrine voornamelijk hoofddeksels.
Van kanten hullen (1850) en mitaines, wollen kapers,
een boeren hoedje (suikerskeppie), hoge zijden hoed, tot hoeden en pet uit de dertiger en vijftiger jaren. Ook nog een “vosje”.