HerinneRing 04367
Sommige mensen hebben niet alleen een groot postuur, maar zijn van groot postuur. Jan Bindt was zo iemand. Zijn overlijden overstemde het grote wereldnieuws in dit geval, want ook al ben je op vakantie en verstoken van krant, radio en tv, dan geldt dat niet voor het dorpsnieuws dat nog immer op niet geëvenaarde wijze zijn weg weet te vinden naar wie oren heeft om te luisteren. Talloze herinneringen verdringen zich: zijn inzet voor de Polder Oostzaan, zijn voorzitterschap van de oudheidkamer, zijn toewijding om dit of dat “wel even te regelen”, ach het zou een te lange reeks worden om hier te vermelden.
Eén herinnering wil ik u echter niet onthouden, want in dat grote lichaam schuilde een klein hartje. Uit zijn eigen mond tekenden we nog maar nauwelijks een jaar geleden en dus 60 jaar na dato het volgende verhaal op: “Bevrijdingsfeest, toen liep er hier een en die zei: “Goed dat ze de Joden weggehaald hebben, maar dat hadden ze met de boeren ook moeten doen”. Ik de weg offes en toen lag ie op ze rug in de tuin bij dokter Thorbecke.”
Met in zijn achterhoofd Jansie Schuitevoerder, die was weggehaald, verraden voor 7,50 gulden, sloegen bij Jan even de stoppen door. “Nou ja, dat had niet moete gebeure maar ik was zo kwaad, en nog, dat ik hoorde dat ze der weggehaald hebbe en dat ze der dood ‘emaakt hebbe.”
Jan Bindt, nooit verlegen om woorden en wie het met argumenten van hem wilde winnen, moest van goede huize komen, voelde zich zo machteloos dat hij zich bediende van ZINVOL geweld.
Vanwege het vechten, moest hij zich komen verantwoorden op het gemeentehuis, maar dat liep met een sisser af: “Ik was was zo weer terug, want van Maasdam [agent] wist het. ’t Is nog goed offelope, hoor. Nie meer erover prate maar”.
En nou is het stil, te stil.
Dag Jan.