Ach, die goede oude tijd
Iedere keer ben ik weer verbaasd over het aantal mensen die de rubriek lezen en die per post of e-mail reageren. Daardoor wordt het schrijven ervan ook steeds leuker. Natuurlijk staat de lokale geschiedenis sterk in de belangstelling. Historische boeken en tijdschriften behalen flinke oplagen en historische verenigingen kunnen vaak op een grote belangstelling rekenen. Maar we moeten natuurlijk wel uitkijken dat we het verleden niet ophemelen. Want vroeger was er ook veel ellende en armoede. Of zoals een lezeres mij enkele weken geleden schreef: ‘die goede oude tijd. Ik weet het niet’.
Levendig
Ik ben opgegroeid in een doodgewone, standaard straat in Zaandam. Toch kan ik wel een dik boek schrijven over de gebeurtenissen in ons kleine buurtje. De dronkaard die regelmatig langs waggelde, de dorpsgek die sigarettenpuikjes van straat opraapte, de man met tropenkolder die dacht dat hij bij Interpol werkte, de plaatselijke crimineel waar de politie met enige regelmaat op bezoek kwam, de kwakzalver die zijn pillen en zalfjes op de markt verkocht maar thuis door zijn vrouw met de deegroller achterna werd gezeten, de Hongaarse vluchteling die wel eens last had van agressieve buien en natuurlijk ook de straatfeesten met koninginnedag: koekhappen, zaklopen en waterdragen. Er gebeurde van alles in de straat en vooral op straat. De gemeenschap was nog echt een gemeenschap. Iedereen kende iedereen en als er iets aan de hand was, dan was ook iedereen paraat. Bij een brandje kwam iedereen kijken en werd er, waar nodig, de helpende hand geboden.
039 Brand in Oostzaan
Foto Collectie Oudheidkamer Oostzaan
Roddelen
De Britse psycholoog Robin Dunbar heeft een schitterend boek geschreven met als titel ‘Vlooien, roddelen en de ontwikkeling van de taal’. Bij apen is het vlooien vooral een sociale bezigheid. Op die manier wisselen apen contacten uit en bouwen ze aan een sociaal netwerk. Mensen vlooien via de taal, door te roddelen, door informatie, meningen en gevoelens uit te wisselen. En zo bouwen we aan sociale netwerken. Met ongeveer twaalf mensen kunnen we zo een intense band opbouwen, met maximaal 150 mensen onderhouden we sociale contacten en we kennen op enige afstand ongeveer twee tot drie duizend mensen van gezicht. Die getallen golden duizend jaar geleden, vijftig jaar geleden, maar ook nu nog in de huidige tijd. Honderd jaar geleden kwamen de meeste mensen nauwelijks buiten het dorp. Maar men kende wel iedereen. Tegenwoordig reizen we over de hele wereld en kijken we vele uren naar de televisie. Onze buren kennen we niet meer, maar vele televisiepersoonlijkheden beschouwen we als onze beste vrienden. En als onze vrienden André Hazes of Theo van Gogh overlijden, dan treuren we alsof we één van onze vrienden verloren hebben. Zo zijn we steeds meer een televisiemaatschappij geworden en onderhouden we onze sociale contacten via de beeldbuis. Als we weer terug willen naar die goede oude tijd met veel en sterke sociale contacten, dan zullen we de televisie moeten uitzetten en bijvoorbeeld actief worden binnen het verenigingsleven. In ieder geval kunnen de vele historische verenigingen uw inbreng uitstekend gebruiken.
Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.