HerinneRing 06246 – 30 november 2005

Excelsior

Ditmaal twee foto’s uit het verleden van één van de plaatselijke muziekverenigingen n.l. Excelsior. Dat we hier spreken van een muziekvereniging is wel nodig, want er heeft ook nog een voetbalvereniging en een zangvereniging bestaan met diezelfde naam.
Maar goed, hier werd duidelijk niet gevoetbald, maar gemusiceerd.
Het gaat ons even om de locatie.
Waar stond dit podium, zo te zien met openslaande deuren en een oploop, opgesteld?
Iets dergelijks kennen we uit de Haal, maar daar was die constructie nog gedeeltelijk van doek. Wellicht is dit later aangepast en voorzien van een bestendiger dak?
Help ons met het juist plaatsen van deze bühne.
Was het ook de Haal en (achter) welk huisnummer dan?
Zoals altijd kunt u de foto’s vergroten door op het plaatje te klikken.
Zeker voor het kleinste exemplaar is dat aan te bevelen als u de muzikanten erop nog wil herkennen. Alle namen werden in het verleden al uitgezocht, dus dat is klaar.

HerinneRing 02731 – 29 november 2005

Het Polderhuis

(vervolg op 28 oktober)
Waar zouden we zijn zonder de inbreng van onze trouwe lezers?
Het Polderhuis staat er sinds 1925, want dat staat op de gevel, zoals ons door een welwillende donateur werd medegedeeld, nadat hij er even was langsgefietst. Het betekent dus dat de informatie bij deze foto, die op 13 januari 1929 zou zijn gemaakt, niet klopt. Het Polderhuis was toen al gebouwd en de boerderij al afgebroken.
Met dank aan de eenzame fietser.

(razendsnelle vervolg op 29 november)
De foto van OSV (HerinneRing 04400) laat rechts voor Piet Dil zien.
Ene Piet Kleijn heeft nog nooit in OSV gespeeld.
Onze dank voor deze info.

Nog een keertje Zuideinde 398.
(vervolg 20 november, alweer een ingezonden stuk)
>> Het huis met de gevelsteen met twee vissen zou dus het huis zijn van de vissersman Hein de Jong (zie ook 17 november jl. en daarna)
Maar we zijn er nog niet, want nu komt de visserman Hein de Jong aan de beurt. Als je wat van familienamen/geschiedenissen wilt weten, dan ga je ook even praten met Jelle Brinkhuijsen.
En zowaar, “niks Hein de Jong”, zegt Jelle al na een klein minuutje. “In dat pandje Zuideinde 398 heeft wel een familie Jong gewoond; zonder de ervoor dus. De vader, Pieter Jong geboren in 1866, was inderdaad een visserman, getrouwd met Grietje Duijvis. Samen kregen ze vijf kinderen: Albert, Dirk, Piet, Jan en Aaltje”.
Die familie Jong blijkt in 1897 naar een woning op de Oostzanerdijk te zijn verhuisd en daarna, in 1904, richting Zaandam.
De verwisseling “de Jong” en “Jong”, nou dat kan. Er zit al meer dan 100 jaar tussen en tijd vervaagt de herinnering. Tussen “Hein” en “Pieter” zit wèl een groot verschil. Ook door de tijd en de vervagende herinnering?
Maar dan komt nog eens dat de familie Jong in 1897 van het Zuideinde is verhuisd naar de Oostzanerdijk. Is dan die foto van de vissersboot OZ 2 in het haventje van Durgerdam verkeerd gedateerd. Moet 1899 misschien 1896 of 1897 zijn??? <<
Tot zover onze mailer.

Toch zien we hier nog waarheidsmogelijkheden: de verkoper van de fuiken zou best eens zoon Pieter geweest hebben kunnen zijn. En die boot…., die lag daar gewoon nog in 1899, dat stond zwart op wit en dan is het waar (of toch niet?).
Het verhaal, dat begon met de foto van de OZ 2, is vast nog niet afgelopen.
En als we meer weten: “U hoort van ons”.

HerinneRing 04400 – 28 november 2005

OSV met een klein smetje

OSV-maar in welk jaar???

achterste rij vlnr
1 Scheidsrechter Slüter; 2 trainer Arend van der Wel;
3 Jo Göbel; 4 Rein Engel (keeper); 5 Ally Onrust; 6 Jan de Boer;
7 grensrechter Siem Keijzer;
8 Siem Veen; 9 Siem de Lange; 10 Piet Schaft;
11 Hr Jelles, masseur;
voorste rij vlnr
12 Gersie Meijn; 13 Cor Kinnegin;
14 Jan Dil en 15 Piet Dil (broers)
of was dit Piet Kleijn? (voor een grotere versie op de foto klikken)
(antwoord: zie 29 nov 2005)

We willen niemand te kort doen. We zoeken voor deze foto nog het jaartal en uitsluitsel over die meest rechtse knielende persoon op de voorste rij.
Wie helpt?

Historisch Bekeken (45) – 27/11/2005

Badderen in de tobbe

Tegenwoordig kun je heerlijk badderen in je eigen ligbad met whirlpool of relaxen in je sauna of stoombad, met een hele lading potjes, flesjes en tubes. Hydraterend badschuim met jojoba-olie, bodylotion met huidverstevigende vitaminecomplexen, conditionerende shampoo en badzouten met lavendel en stimulerende mineralen. Dan hadden we het vroeger toch een stuk makkelijker: gewoon een tobbe en een stuk harde sunlightzeep.

Lampetkan
M’n oma had vroeger nog een wasstel, een lampetkan met kom, op de slaapkamer staan. Met het water uit de kan kon je dan je gezicht en je handen boven de kom wassen. De rest van het lichaam hoefde meestal niet gewassen te worden. Met de lampetkan kon je het water bij de pomp of uit de waterput ophalen en de kom zorgde voor de afvoer van het smerige water. Eeuwenlang heeft het zo kunnen functioneren. Zelf ben ik geboren in het tijdperk van de waterleiding. In Amsterdam was in de negentiende eeuw het drinkwater zo’n groot probleem geworden dat in 1853 de Amsterdamse Duinwaterleiding Mij van start ging. En het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland PWN is pas in 1920 opgericht. In 1949 is dan ook 97,6 procent van alle woningen in onze provincie op het waterleidingnet aangesloten.

045 Dobberen in de tobbe
Foto Bram Veenman

De koude kraan
Als kind wasten we ons altijd onder de kouwe kraan met een stuk harde zeep. Maar er waren ook mensen die zachte, groene zeep gebruikten. De harde zeep zat meestal met drie stukken aan elkaar en voor gebruik moest je dan één van de stukken ervan afbreken. De zachte zeep kocht je gewoon los bij de kruidenier, een paar huizen verderop. Daar werd je zeepvaatje met een grote lepel opnieuw gevuld vanuit een grote ton met groene zeep. Een of twee keer per week werden ook de haartjes boven de gootsteen gewassen. Hangend boven het aanrecht mocht je je haar eerst natmaken en inzepen en daarna kon je met je hoofd voorover boven de gootsteen hangen. Mijn moeder of vader spoelde dan met een steelpannetje met water weer de shampoo uit je haar. Ik zie mezelf nog zo staan, met mijn handen voor mijn ogen om te voorkomen dat de shampoo in je ogen kwam. Want die rotzooi kon gemeen prikken. Gelukkig werd er wel lauwwarm water gebruikt, eerst opgewarmd op het fornuis.

Zondagmorgen
Op zondagmorgen was het voor ons de tijd voor de wekelijkse grote wasbeurt. De zinken teil werd dan in de kamer, ’s winters lekker bij de kolenkachel, gezet en een emmer met water werd op het fornuis warm gestookt. En daarbij werden we zo goed gepoetst en geschrobd zodat we er weer een hele week tegenaan konden. Als je wat ouder werd en niet meer in de teil paste, dan mocht je met je oudere broers en zusters en met je ouders mee naar het badhuis. De teil bleef dan dienst doen als wastobbe voor de grotere kledingstukken, dekens en dergelijke. Maar het was in de zomer ook ideaal speelgoed in de tuin. Als goede Hollander moet je als kind tenslotte vooral met water (en prut) spelen. En op zekere tijden je familie en vriendjes natgooien. Dergelijk gedrag zal ongetwijfeld van alle tijden zijn. De teil is dat in ieder geval niet. De enige teiltjes die je nu nog ziet, staat in de tuin met geraniums en viooltjes.

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.

HerinneRing 03034 – 26 november 2005

(Over)opa, dat is een gelukkie

Tja, dan heb je een prachtige oude foto van je overopa en dan staat ie daar prominent te wezen met alleen zijn rug erop. En een andere had ze niet. Nou, wij wel. Eventjes lekker zitten, koppie koffie erbij en vertellen wat je weet over die oude foto heeft dan zo zijn voordelen.

Tijdens dit gesprek viel ook de bijnaam van de sluiswachter: Ouwe Does. Zo konden we in ons archief op zoek, want hem waren we al eerder tegengekomen.
Ook op een plaatje van het Oostzaan’s straatleven; Op de Sluis; vlnr 1 Daan van de Stad; 2 Oude Does = Willem Does = Willem Kuiper = sluiswachter; 3 Schele Jan; 4 NN Gedeking; 5 Klaas Kuiper; 6 Jan Buis; op de achtergrond 7 Annie Keizer; 8 Jans van Wies.
Links zien we café ’t Sluisje met daarnaast groentewinkel Buth; Jan Buis is waarschijnlijk de vader van Henk Buis, maar of dat waar is? We noteren dit soort opmerkingen maar, er is altijd wel weer iemand die het zeker weet of het kan ontkennen.
En mevrouw Vis? Die heeft nu een foto van haar overopa, van voren.

060313 – inmiddels is ook deze naam bekend: 3 Jan Gediking (zie verder 13 maart 2006)

HerinneRing 04752 – 25 november 2005

De opa van mijn vader

Het houdt maar niet op met afleidingen vanwege het bottertje van Oostzaan.

Gister sprak ik de fotograaf van het huisje met de ‘Visjes” op het Zuideinde. Al pratende werd mij verteld dat de huidige bewoners al eens langs waren geweest in de oudheidkamer met oude foto’s, o.a. over het sluisje. En toen viel meteen het kwartje.
Die mevrouw had me verteld over haar overgrootvader, die nog sluiswachter was geweest op de Oostzanerdijk. Ze had zelfs nog een mooie oude foto, waarop “de opa van mijn vader” bezig is met de bediening van de sluis. Deze opname dateert van het begin van de vorige eeuw en de sluiswachter heette: Willem Kuiper. Het lijkt voor de hand te liggen dat Willem Kuiper en Hein de Jongh menig woordje hebben gewisseld en misschien viel er ook nog wel eens een maaltje vis in de richting van de sluiswachter.

HerinneRing 06206 – 24 november 2005

Binnen afzienbare tijd – Kerkbuurt 1

Een afbeelding om nog eens goed in je op te nemen. Want dit hoort nu al tot het verleden, immers de school is voorgoed verdwenen. Over niet al te lange tijd zullen echter ook dit hoekpand en de daarachter gelegen panden van drukkerij van Wijk plaats gaan maken voor de “vooruitgang”.
Dat lang niet iedereen dit als vooruitgang zal bestempelen, zal duidelijk zijn. Voor velen doet het zeer hun dorp, maar vooral hun herinnering aan het Oostzaan van hun jeugd, te verliezen. Dat is een ding dat zeker is, we horen het maar al te vaak. Of de veranderingen ook verbeteringen zullen zijn is nog maar helemaal de vraag. Je kan er in geloven, maar méér, op dit moment, ook niet. Was het vroeger dan allemaal beter? In sommige opzichten wellicht, maar zeker niet in alles. En zo komen we dus niet verder dan de weging. Het kan beter worden, maar misschien ook niet, het was beter, maar soms ook niet. De kogel is echter door de kerk, het nieuwe centrum wordt gerealiseerd. En dit plaatje behoort straks in zijn geheel tot de historie van Oostzaan.

HerinneRing 06138 – 23 november 2005


Kerkstraat thv de boerderij van de Dood

Soms zijn foto’s nog niet eens zo oud, zelfs al uit de tijd van de kleurenopnamen.
Toch laat deze afbeelding een tijd zien die allang achter ons ligt en een ademt hier een sfeer uit die niet meer terug zal komen.
Oostzaan was ook toen al bezig te veranderen. Nieuwe buurten waren gepland of al in aanbouw, zelfs al gebouwd.
Deze “achterom” laat echter een deel van de Kerkstraat zien, waar toen, in de zestiger jaren van toch alweer de vorige eeuw, nog best sprake is van een landelijke sfeer.

HerinneRing 06165 – 22 november 2005

Harde wind vannacht?

Jazeker, zowel in tijd als qua locatie zijn we een eind opgeschoven.
Na al die boten van de laatste dagen zeilen we dwars door het dorp naar het noorden, het Noordeinde om precies te zijn.

Links zien we de nrs 74 en 72, maar het gaat ons in dit geval om het spandoek dat aan de overspanning over de weg is bevestigd.
Op dit doek staat met grote letters:

HET WATER O JEE
MAAR HET VIEL MEE

De overspanning is versierd en zowel rechts als links menen we Nederlandse vlaggen te ontwaren. Er viel iets te vieren.
Als eerste schoot ons de watersnood te binnen, zoveel jarige herdenking?

Spannender was de echter de suggestie van één van onze influisteraars:
in de oorlog hebben de Duitsers herhaaldelijk gedreigd de hele polder onder water te zetten.
Menig Oostzaanse huismoeder sidderde bij die gedachte en dat zal, zij het meestal in grotere stilte, bij de vaders niet anders zijn geweest.
Dat van die opluchting uiting is gegeven na de bevrijding is nog niet zo’n gekke gedachte.
Wie oh wie kan het zich nog echt herinneren en uitsluitsel geven of we hier de plank hebben misgeslagen? Was het direct na de bevrijding in 1945 of een jaartje later bij de eerste herdenking? Mail en deel (uw kennis of dat van UW influisteraar).

HerinneRing 01105 – 21 november 2005

Hoe ver moet je het zoeken?

Soms zie je het meest voor de hand liggende over het hoofd, want wat te denken van ons eigen Jol-archief?
Gelukkig zijn er dan altijd mensen om ons heen die hun ogen en oren niet in de zak hebben en wel even spitten in de annalen et voilà:

Uit: Jol-0401f – middelen van bestaan
geschreven door J de Boer in november 1987

“Ook de visvangst op de Zuiderzee was van de betekenis. Omstreeks 1850 waren er 7 botters die op de Zuiderzee en het IJ in het voor- en najaar visten op haring, ’s zomers op bot en ’s winters op spiering. In 1897 was het met de Zuiderzeevisserij afgelopen.”

Waar Jan de Boer deze kennis vandaan haalde, weten we nog niet, maar dat is dan weer een mooie opdracht. Hij heeft het blijkbaar gevonden en dan kunnen wij het ook.
Hij was gemeentesecretaris in Oostzaan en je zou kunnen zeggen de voorloper van de oudheidkamer in z’n uppie. Wat had de man een grandiose verzameling foto’s en kennis verzameld toen het woord oudheidkamer nog moest worden uitgevonden.
Talloze boekjes (reeds lang uitverkocht) over oud Oostzaan zijn van zijn hand verschenen.