Warme kachel
Een tijdje geleden deed ik een oproep om verhaaltjes, toen naar aanleiding van de foto’s van de familie Plooijer. Nier was immers spraakmakend en dat blijkt uit de reacties:
Het was in september, een zondagmiddag. Nier ging naar huis, met de taxi, laat zich er uit zetten voor de Kuiperijbrug en liep verder naar huis. Opa en ik stonden voor het huis toen Nier voorbij kwam lopen. Hij zag ons staan, hield even stil en begon tegen ons te praten. Nou praten? We verstonden er niets van, maar hij lachte heel vriendelijk en had puur schik. “Ik heb een paar drankjes op”, zei hij.
Nier woonde 60 meter verderop en hij liep na een paar minuten door naar huis. Daar aangekomen, ging hij naar binnen en na enkele ogenblikken hoorden we een hele hoop gestommel en Nier en zijn vader bestookten elkaar met heftige stemverheffing. Na een hoop herrie zagen we Nier z’n vader naar buiten komen lopen. Hij stak de weg over en stapte de stoep op, keek om zich heen en zag ons staan. Daar kwam hij subiet onze kant op. Ogenblikkelijk stak hij van wal: “Dat is ook wat, Nier komt binnen en zegt wat is het warm hier. Vervolgens loopt hij naar de kachel en zet hem brandend en wel buiten neer. Hij gaat weer naar binnen en gaat op zijn nest legge. Ik begrijp er niks van”.
(Nou, ik wel, hij had nogal wat gedronken).
De vader van Nier was hiermee uitgesproken en liep weer naar huis.
Maar maandagochtend stond Nier wel weer om zeven uur met zijn handen in het verband en handschoenen aan achter de toren volle flessen melk in kratten te doen. En dat terwijl zijn handen toch flink waren verbrand..
Geweldig toch, zo’n man.
Jazeker en geweldig zo’n verhaal, zuks mag toch niet verloren gaan, hartelijk dank.