061205 – pretjeugd

HerinneRing 07868

Over onderstaande foto is nog weinig bekend. Een feestende groep kinderen met moeders. Genoemd is speeltuingebouw de Bres, op de achtegrond zou dan de Dr Scharffstraat staan.
Meer informatie ontvangen we graag van u. Misschien herkent u wel iemand.

061203 – Lammerbuurt

HerinneRing 061203

Gezocht: een tot nu toe onbekende buurt in ons dorp.

LAMMERBUURT

Volgens een volkstelling zal deze buurt (waarschijnlijk) tussen de Kathoek en de Driesprong gelegen zijn. Zie kaart

Wie kan ons er meer over vertellen?

061202 – spelletje

HerinneRing 07853

Nee, mijn spelletje zal het wel nooit worden, maar dat is geen maatstaf. Miljoenen vinden het wel leuk en dan mag alles er voor wijken. Geen tv programma blijft nog op zijn plaats als koning Voetbal regeert. Als ik de beelden van deze week zag dan begreep ik er weer niets van, maar als ik dit zie? Tja, dan kan zelfs ik er begrip voor opbrengen.
Mocht u nog bekenden tegenkomen op deze plaat, dan houden we ons zeer aanbevolen om hun namen te mogen noteren.

Zoals gewoonlijk kunt u dit plaatje vergroten door erop te klikken.

061201 – andersom

Nogmaals HerinneRing 07313 dd 17 oktober 2006

Oorsponkelijke tekst:
Geheel rechts op deze foto zit Aagje de Boer – Langenberg, maar de twee dames links zijn (nog) niet herkend. Evenmin de plek waar zij hun bankje hebben gezet. Met drie zulk opvallende gevels op de achtergrond zou dat toch moeten kunnen. Maar ….. misschien is het wel helemaal niet in Oostzaan. We wachten uw antwoord(en) in spanning af.

Gelukkig is het ook deze keer weer gelukt! We stonden met deze foto even geheel op het verkeerde been, want de afdruk was in spiegelbeeld. Dan wordt het voor onze “experts” lastig, want het dorp staat hen op het netvlies, maar NIET verkeerd om. Dankzij een oplettende lezer en de vergelijking met een beeld uit 1916 (watersnood) zijn we eruit, het meest linkse pand is Zuideinde 49, waar de familie Onrust zijn busonderneming startte.

061130 – Historisch Bekeken (55-2)

Gastarbeider in eigen land (vervolg)

Herstellen

Bij de gebreide kledingstukken ging het nog gemakkelijker. Als een trui of vest te klein was geworden, dan werd het breiwerk weer uitgehaald en kon er een nieuwe trui gebreid worden. Weggooien was tenslotte zonde. Zelfs aan het einde van het bestaan leverde textiel nog wat op. De voddenboer die met enige regelmaat met zijn bakfiets door de straat reed, betaalde dan nog een gering bedrag voor bruikbare kleding. ‘Vodden, vodden, wie heeft er nog vodden’ riep de brave man constant tijdens zijn ritten, tot groot genoegen van de kinderen die op straat speelden. ‘Wat heb je aan je lijf’ riepen we dan en de voddenboer antwoordde onverstoord met zijn standaard tekst: ‘vodden, vodden, wie heeft er nog vodden’.

Veerunster
Toch heeft de voddenboer niet alleen met zijn geroep indruk op mij gemaakt. Ook zie ik zijn mooie koperen veerunster nog zo voor mij. De vodden die hij kocht, werden in een juten zak gedaan en daarna met de koperen unster gewogen. Zo kon hij per ons zijn koopwaren aanschaffen. Een deel van de kleding zal ongetwijfeld opgelapt zijn zodat het opnieuw gedragen kon worden. Een ander deel van de vodden verdween echter in de industrie om als grondstof voor papier en andere materialen dienst te doen. De voddenboer is tegenwoordig uit het straatbeeld verdwenen. Wel floreren de winkels in tweedehands goederen in deze tijd van regressie. Mijn sokken belanden nu in de vuilnisbak als de eerste knollen ontstaan, want de stopnaalden en het stopwol zijn beland in het museum. En er is niemand meer die zo goed kan stoppen als mijn oma.

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.

061129 – Historisch Bekeken (55-1)

Gastarbeider in eigen land

Mijn oma kwam in het begin van de twintigste eeuw als gastarbeidster vanuit Friesland naar het westen. Als dochter van een keuterboertje was er weinig toekomst in Zuidoost-Friesland, het armere deel van die provincie. Als jong meisje kon zij terecht bij welgestelde Hollanders, eerst in Gouda en later in de Zaanstreek. Maar het huwelijk met mijn opa noodzaakte haar de werkzaamheden als dienstbode te staken. Trouwen betekende in die tijd bijna automatisch het ontslag voor een vrouw. Om toch voor extra inkomsten te zorgen, werd oma dan ook wasvrouw. Nadat de was bij de klanten was opgehaald, werd deze geboend op het wasbord en gekookt in een ketel op het fornuis. Met de Singer naaimachine konden daarna de eventuele beschadigingen gerepareerd worden. Maar, in mijn beleving, was mijn oma vooral een kunstenaar in sokken stoppen en breien. Tot op hoge leeftijd zat zij in haar hoge boerenknopjesstoel terwijl de breipennen lustig tikten, haar grijze haar in een knotje op haar achterhoofd en een ziekenfondsbrilletje op haar neus.

Herstellen
Tegenwoordig maken we ons druk over de import van kleding vanuit China, maar vroeger maakten vele mensen hun kleding zelf. En als er toch kledingstukken aangekocht werden, dan werden deze soms generaties lang gedragen. Een slijtplek op de knieën of op de ellebogen kon gemakkelijk met een lapje afgedekt worden. Werd een broek of rok te kort, dan werd er gewoon aan de onderzijde een stuk aangezet. (wordt vervolgd)

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.