HerinneRing 06249 – 08 december 2005

Muziektent Excelsior – een opmerkelijk transformatie

De trouwe lezer leest het stukje van 30 november 2005 over Excelsior. Hij ziet de foto van de “oude” tent met al die mensen ervoor en hij ziet de “nieuwe” muziektent. Bij die groep mensen voor de “oude” tent, ziet hij een dame (R de V), die net als hij verzot is op klaverjassen en dus print hij het stukje uit en laat dat op vrijdag 2 december j.l. zien aan die destijds bij Excelsior musicerende en nu muziek uit kaarten halende dame.
En zowaar het antwoord is er meteen.

“Die tent, weet je, die stond daar op een stuk grond tegenover het Spoorpad, waar later de familie Taams – Kater hun bungalow bouwden. Helemaal in eigen beheer deed Excelsior dat. Een grote bouwploeg onder leiding van Jan Keppel, Wim Sluijk en Gerrit van Tongeren heeft dat karwei geklaard”.
Dat is makkelijk terug te zoeken; het is Haal 58 dus.

En een paar dagen later gaat onze trouwe lezer weer op pad en wederom vergezeld van zijn fotocamera..
Het hek is dicht, maar daar maalt hij niet om. Om het verhaal voor de Oudheidkamer en voor u compleet te maken, moet je soms wat willen riskeren. Maar het is geen hond die hem tegemoet komt; welnee in tegendeel.

Een vriendelijke mevrouw en meneer Rabe al ruim twintig jaar bewoners van Haal 58 vertellen dat dit inderdaad de plaats van de muziektent is geweest. ”Neen, de tent stond niet op de plaats van het huis. Even naar achteren stond ie. En eigenlijk staat ie er nog steeds; want de vorige bewoners hadden er twee slaapkamers voor de kinderen ingemaakt. Zo troffen wij het dus aan. En wat jaren later zijn wij verder aan het verbouwen geweest en aan de slootkant is toen een woonboot neergelegd. De oorspronkelijke muziektent is na wat grondige verbouwingen eigenlijk bij de woonboot getrokken en vormt nu één geheel, het is de woonstee geworden van onze dochter”.

Het verhaal is dus weer compleet.
De muziektent als zodanig is niet meer te herkennen. Maar de bewoners weten de geschiedenis wel en een apart huisnummer (Haal 58a) houdt het toch een beetje levend.

HerinneRing 01496 – 07 december 2005

Keuringsdienst van waarde – maar dan een eeuwtje terug
(bijdrage van een buitenpoorter nav de oproep van 6 december jl)

Mijn opa, Jacob Molenaar, was net als veel anderen pluimveehouder/handelaar in Den Ilp.
Goeie kippen legden eieren of werden geslacht en in de stad verkocht. Die mensen moesten tenslotte ook eten.
Dode kippen werden aan de weg opgehangen en ook verkocht. Net als de wrakke kippen.
Mijn ome vertelde het verhaal dat er hiervoor regelmatig een opkoper uit Oostzaan langskwam.
Deze opkoper, laten we voor het gemak zijn naam niet noemen, had zich een tijdje door ziekte niet laten zien maar wipte na genezing bij opa de worf op.
“Jaap, heb je nog handel?”
“Nee, omdat je niet kwam heb ik het maar begraven..”. De reactie kwam prompt:
“Oh, hoe diep??”

Ik ben zelf veel te jong om het zelf te hebben meegemaakt, dus liegen doe ik in commissie.
Niet al te frisse kippenlijken werden een poosje begraven om weer een blanke kleur aan het vlees te geven en vervolgens onder meer in de Amsterdamse jodenbuurt verkocht.
Eens ging zo’n handeltje om zulke slechte waar dat zelfs bij de opkoper het geweten wat ging opspelen.
Op de volgende zondag ging hij naar Amsterdam om ‘zijn’ buurt op de aanwezigheid van witte lakens voor de ramen te inspecteren.
En hier stopte het verhaal !!!

HerinneRing 04028 – 06 december 2005

Geloof en ongeloof – pastoor, dominee of …

Elke school in Oostzaan beschikt over deze lesbrieven. Steeds zijn we op zoek naar mogelijkheden om de geschiedenis van Oostzaan onder de aandacht te brengen van de jongeren, die we zoveel mogelijk informeren over hun eigen dorp.Ook in de Openbare Bibliotheek van Oostzaan liggen deze multomappen met alle reeds uitgekomen onderwerpen. We willen immers de geschiedenis van Oostzaan onder de aandacht brengen, van de ouderen, die we vragen hun kennis met ons te delen en van u, die we daar ook graag van laten mee genieten.

Lesbrief: Het Geloof en Ongeloof kunt u hier zien.

En gelijk een echte onderzoeker betaamd, deed Jan Velthuis zijn onderzoek ook op en in de Grote Kerk

Ook Jan de Waal schreef over dit godshuis:
Zoals bijna elke echt oude kerk is ook de Oostzaanse kerk van oorsprong een katholieke ….. tot aan de Reformatie. Conflicten tussen de Calvinistische Oostzaners en de Katholieke Spanjaarden leidde ertoe dat in 1573 de kerk in brand werd gestoken.
En niet alleen de kerk werd verbrand maar ook de voorganger van de molen die aan de Kerkstraat stond en bekend was als ‘De Molen van Kater’. 1573 moet een rampjaar geweest zijn voor Oostzaan, daar is geen twijfel over…

Een tweede kerk werd gebouwd tussen 1601 en 1630.
Een tekst op een balk in het koor van de kerk herinnert aan deze tijd :
Anno 1573 verbrandde deese kerk
dit onthout
anno 1601 ten deele
en anno 1630 in het geheel
ter eere Gods weederom opgebouwt.

HerinneRing 051201 – 01 december 2005

Pieter Jong, de visserman, uit de luie stoel

Tegenwoordig is veel mogelijk vanachter je pc. Vroeguhh…. moest je dan afreizen naar Haarlem, maar nu kan je die locatie ook digitaal bezoeken. Nou zal ik de laatste zijn om een oud en ingebakken genoegen om door oude boeken te snuffelen af te zweren, maar soms, zoals nu, is het toch wel handig. Ik vind daar:

Bron: Burgerlijke stand – Huwelijk (Bruidegom)
Archieflocatie Noord-Hollands Archief
(Even ter verduidelijking: Historisch onderzoekscentrum voor Noord-Holland
Het Noord-Hollands Archief is het historisch onderzoekscentrum voor Noord-Holland. Het beheert een grote collectie bronnen voor de geschiedenis van Noord-Holland en voor de wetenschapsgeschiedenis.De collectie omvat de archieven van rijksinstellingen in de provincie, de archieven die zijn overgedragen door de provincie Noord-Holland, en die van vele andere organisaties, particulieren en bedrijven. Daarnaast beheert het Rijksarchief de Provinciale Atlas van Noord-Holland, bestaande uit kaarten, prenten, tekeningen, foto’s en prentbriefkaarten. Ten slotte heeft het Rijksarchief een goed voorziene bibliotheek op het gebied van de regionale en lokale geschiedenis van Noord-Holland en de waterstaatsgeschiedenis van Nederland.)

Toegangnr: 358; Inventarisnr: 91; Gemeente: Oostzaan;
Soort akte: Huwelijksakte; Aktenummer: 16;
datum: 29-05-1890
Bruidegom: Pieter Jong; Leeftijd: 23; Geboorteplaats: Oostzaan
Bruid: Grietje Duijvis; Leeftijd: 20; Geboorteplaats: Oostzaan
Vader bruidegom: Albert Janszoon Jong
Moeder bruidegom: Aaltje Kalf
Vader bruid: Dirk Duijvis
Moeder bruid: Aaltje Korse

Op een vergelijkbare manier vond ik ook zijn grootouders

Zo dat brengt dan weer een mooi spul op z’n plaats

HerinneRing 06246 – 30 november 2005

Excelsior

Ditmaal twee foto’s uit het verleden van één van de plaatselijke muziekverenigingen n.l. Excelsior. Dat we hier spreken van een muziekvereniging is wel nodig, want er heeft ook nog een voetbalvereniging en een zangvereniging bestaan met diezelfde naam.
Maar goed, hier werd duidelijk niet gevoetbald, maar gemusiceerd.
Het gaat ons even om de locatie.
Waar stond dit podium, zo te zien met openslaande deuren en een oploop, opgesteld?
Iets dergelijks kennen we uit de Haal, maar daar was die constructie nog gedeeltelijk van doek. Wellicht is dit later aangepast en voorzien van een bestendiger dak?
Help ons met het juist plaatsen van deze bühne.
Was het ook de Haal en (achter) welk huisnummer dan?
Zoals altijd kunt u de foto’s vergroten door op het plaatje te klikken.
Zeker voor het kleinste exemplaar is dat aan te bevelen als u de muzikanten erop nog wil herkennen. Alle namen werden in het verleden al uitgezocht, dus dat is klaar.

HerinneRing 02731 – 29 november 2005

Het Polderhuis

(vervolg op 28 oktober)
Waar zouden we zijn zonder de inbreng van onze trouwe lezers?
Het Polderhuis staat er sinds 1925, want dat staat op de gevel, zoals ons door een welwillende donateur werd medegedeeld, nadat hij er even was langsgefietst. Het betekent dus dat de informatie bij deze foto, die op 13 januari 1929 zou zijn gemaakt, niet klopt. Het Polderhuis was toen al gebouwd en de boerderij al afgebroken.
Met dank aan de eenzame fietser.

(razendsnelle vervolg op 29 november)
De foto van OSV (HerinneRing 04400) laat rechts voor Piet Dil zien.
Ene Piet Kleijn heeft nog nooit in OSV gespeeld.
Onze dank voor deze info.

Nog een keertje Zuideinde 398.
(vervolg 20 november, alweer een ingezonden stuk)
>> Het huis met de gevelsteen met twee vissen zou dus het huis zijn van de vissersman Hein de Jong (zie ook 17 november jl. en daarna)
Maar we zijn er nog niet, want nu komt de visserman Hein de Jong aan de beurt. Als je wat van familienamen/geschiedenissen wilt weten, dan ga je ook even praten met Jelle Brinkhuijsen.
En zowaar, “niks Hein de Jong”, zegt Jelle al na een klein minuutje. “In dat pandje Zuideinde 398 heeft wel een familie Jong gewoond; zonder de ervoor dus. De vader, Pieter Jong geboren in 1866, was inderdaad een visserman, getrouwd met Grietje Duijvis. Samen kregen ze vijf kinderen: Albert, Dirk, Piet, Jan en Aaltje”.
Die familie Jong blijkt in 1897 naar een woning op de Oostzanerdijk te zijn verhuisd en daarna, in 1904, richting Zaandam.
De verwisseling “de Jong” en “Jong”, nou dat kan. Er zit al meer dan 100 jaar tussen en tijd vervaagt de herinnering. Tussen “Hein” en “Pieter” zit wèl een groot verschil. Ook door de tijd en de vervagende herinnering?
Maar dan komt nog eens dat de familie Jong in 1897 van het Zuideinde is verhuisd naar de Oostzanerdijk. Is dan die foto van de vissersboot OZ 2 in het haventje van Durgerdam verkeerd gedateerd. Moet 1899 misschien 1896 of 1897 zijn??? <<
Tot zover onze mailer.

Toch zien we hier nog waarheidsmogelijkheden: de verkoper van de fuiken zou best eens zoon Pieter geweest hebben kunnen zijn. En die boot…., die lag daar gewoon nog in 1899, dat stond zwart op wit en dan is het waar (of toch niet?).
Het verhaal, dat begon met de foto van de OZ 2, is vast nog niet afgelopen.
En als we meer weten: “U hoort van ons”.

HerinneRing 04400 – 28 november 2005

OSV met een klein smetje

OSV-maar in welk jaar???

achterste rij vlnr
1 Scheidsrechter Slüter; 2 trainer Arend van der Wel;
3 Jo Göbel; 4 Rein Engel (keeper); 5 Ally Onrust; 6 Jan de Boer;
7 grensrechter Siem Keijzer;
8 Siem Veen; 9 Siem de Lange; 10 Piet Schaft;
11 Hr Jelles, masseur;
voorste rij vlnr
12 Gersie Meijn; 13 Cor Kinnegin;
14 Jan Dil en 15 Piet Dil (broers)
of was dit Piet Kleijn? (voor een grotere versie op de foto klikken)
(antwoord: zie 29 nov 2005)

We willen niemand te kort doen. We zoeken voor deze foto nog het jaartal en uitsluitsel over die meest rechtse knielende persoon op de voorste rij.
Wie helpt?

Historisch Bekeken (45) – 27/11/2005

Badderen in de tobbe

Tegenwoordig kun je heerlijk badderen in je eigen ligbad met whirlpool of relaxen in je sauna of stoombad, met een hele lading potjes, flesjes en tubes. Hydraterend badschuim met jojoba-olie, bodylotion met huidverstevigende vitaminecomplexen, conditionerende shampoo en badzouten met lavendel en stimulerende mineralen. Dan hadden we het vroeger toch een stuk makkelijker: gewoon een tobbe en een stuk harde sunlightzeep.

Lampetkan
M’n oma had vroeger nog een wasstel, een lampetkan met kom, op de slaapkamer staan. Met het water uit de kan kon je dan je gezicht en je handen boven de kom wassen. De rest van het lichaam hoefde meestal niet gewassen te worden. Met de lampetkan kon je het water bij de pomp of uit de waterput ophalen en de kom zorgde voor de afvoer van het smerige water. Eeuwenlang heeft het zo kunnen functioneren. Zelf ben ik geboren in het tijdperk van de waterleiding. In Amsterdam was in de negentiende eeuw het drinkwater zo’n groot probleem geworden dat in 1853 de Amsterdamse Duinwaterleiding Mij van start ging. En het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland PWN is pas in 1920 opgericht. In 1949 is dan ook 97,6 procent van alle woningen in onze provincie op het waterleidingnet aangesloten.

045 Dobberen in de tobbe
Foto Bram Veenman

De koude kraan
Als kind wasten we ons altijd onder de kouwe kraan met een stuk harde zeep. Maar er waren ook mensen die zachte, groene zeep gebruikten. De harde zeep zat meestal met drie stukken aan elkaar en voor gebruik moest je dan één van de stukken ervan afbreken. De zachte zeep kocht je gewoon los bij de kruidenier, een paar huizen verderop. Daar werd je zeepvaatje met een grote lepel opnieuw gevuld vanuit een grote ton met groene zeep. Een of twee keer per week werden ook de haartjes boven de gootsteen gewassen. Hangend boven het aanrecht mocht je je haar eerst natmaken en inzepen en daarna kon je met je hoofd voorover boven de gootsteen hangen. Mijn moeder of vader spoelde dan met een steelpannetje met water weer de shampoo uit je haar. Ik zie mezelf nog zo staan, met mijn handen voor mijn ogen om te voorkomen dat de shampoo in je ogen kwam. Want die rotzooi kon gemeen prikken. Gelukkig werd er wel lauwwarm water gebruikt, eerst opgewarmd op het fornuis.

Zondagmorgen
Op zondagmorgen was het voor ons de tijd voor de wekelijkse grote wasbeurt. De zinken teil werd dan in de kamer, ’s winters lekker bij de kolenkachel, gezet en een emmer met water werd op het fornuis warm gestookt. En daarbij werden we zo goed gepoetst en geschrobd zodat we er weer een hele week tegenaan konden. Als je wat ouder werd en niet meer in de teil paste, dan mocht je met je oudere broers en zusters en met je ouders mee naar het badhuis. De teil bleef dan dienst doen als wastobbe voor de grotere kledingstukken, dekens en dergelijke. Maar het was in de zomer ook ideaal speelgoed in de tuin. Als goede Hollander moet je als kind tenslotte vooral met water (en prut) spelen. En op zekere tijden je familie en vriendjes natgooien. Dergelijk gedrag zal ongetwijfeld van alle tijden zijn. De teil is dat in ieder geval niet. De enige teiltjes die je nu nog ziet, staat in de tuin met geraniums en viooltjes.

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.

HerinneRing 03034 – 26 november 2005

(Over)opa, dat is een gelukkie

Tja, dan heb je een prachtige oude foto van je overopa en dan staat ie daar prominent te wezen met alleen zijn rug erop. En een andere had ze niet. Nou, wij wel. Eventjes lekker zitten, koppie koffie erbij en vertellen wat je weet over die oude foto heeft dan zo zijn voordelen.

Tijdens dit gesprek viel ook de bijnaam van de sluiswachter: Ouwe Does. Zo konden we in ons archief op zoek, want hem waren we al eerder tegengekomen.
Ook op een plaatje van het Oostzaan’s straatleven; Op de Sluis; vlnr 1 Daan van de Stad; 2 Oude Does = Willem Does = Willem Kuiper = sluiswachter; 3 Schele Jan; 4 NN Gedeking; 5 Klaas Kuiper; 6 Jan Buis; op de achtergrond 7 Annie Keizer; 8 Jans van Wies.
Links zien we café ’t Sluisje met daarnaast groentewinkel Buth; Jan Buis is waarschijnlijk de vader van Henk Buis, maar of dat waar is? We noteren dit soort opmerkingen maar, er is altijd wel weer iemand die het zeker weet of het kan ontkennen.
En mevrouw Vis? Die heeft nu een foto van haar overopa, van voren.

060313 – inmiddels is ook deze naam bekend: 3 Jan Gediking (zie verder 13 maart 2006)

HerinneRing 04752 – 25 november 2005

De opa van mijn vader

Het houdt maar niet op met afleidingen vanwege het bottertje van Oostzaan.

Gister sprak ik de fotograaf van het huisje met de ‘Visjes” op het Zuideinde. Al pratende werd mij verteld dat de huidige bewoners al eens langs waren geweest in de oudheidkamer met oude foto’s, o.a. over het sluisje. En toen viel meteen het kwartje.
Die mevrouw had me verteld over haar overgrootvader, die nog sluiswachter was geweest op de Oostzanerdijk. Ze had zelfs nog een mooie oude foto, waarop “de opa van mijn vader” bezig is met de bediening van de sluis. Deze opname dateert van het begin van de vorige eeuw en de sluiswachter heette: Willem Kuiper. Het lijkt voor de hand te liggen dat Willem Kuiper en Hein de Jongh menig woordje hebben gewisseld en misschien viel er ook nog wel eens een maaltje vis in de richting van de sluiswachter.