De verwarring
Uit een verslag van een brandkroniek blijkt:
“4 dec. 1907: in de nacht van Woensdag op Donderdag, omstreeks half drie, woedde er brand bij de heer W Schoen, handelaar in galanterieën. Het huis werd mede bewoond door den heer H Mooy, manufacturier. Hoewel er een zeer felle wind stond en de brand zich aanvankelijk ernstig liet aanzien, wist de Kerkbuurtspuit hem toch te beperken tot de galanteriewinkel, die evenwel geheel uitbrandde. De woning van den Heer Mooy, zoomede diens goederen, beliepen alleen waterschade.”
Waarschijnlijk ligt hier de grondslag voor de verwarring over de brand bij Schoen. Blijkbaar was er in die jaren sprake van een samenwerking tussen W Schoen en H Mooij en zal de brand toch hebben plaatsgevonden op de locatie Kerkbuurt 44 en niet Kerkbuurt 40.
Helaas is deze kroniek niet helemaal compleet (of compleet overgenomen), waardoor de gegevens uit 1904 ontbreken, ik heb ze in ieder geval nog niet kunnen vinden.
De brand van 1926 is daarentegen uitgebreid gedocumenteerd:
“Ruim een jaar later, op donderdagmiddag 20 Mei 1926, een fraaie meidag, verbrandde tegen 1 uur het grote manufacturenmagazijn met winkel en woonhuis van den heer H H Mooij, in de Kerkbuurt. De gebouwen werden totaal verwoest, en het benoorden gelegen Post- en Telegraafkantoor verbrandde grotendeels, benevens de daarbij behorende woning. Voorts ging gedeeltelijk het woonhuis van dokter Taams dat ten zuiden van de brand was gelegen verloren. Ook voor deze brand werd hulp uit Zaandam gehaald, welke hulp werd verleend in de vorm van 2 autospuiten, één van de Vrijwillige Brandweer, en één gemerkt no 7. Ook nu had Oostzaan nog steeds de beschikking over drie brandspuiten, waarvan er slechts twee in goede staat verkeerden. De Zaandamse brandweer deed ruim twee uur uitstekende dienst.”