Huisjes langs de slootkant
(vervolg van gisteren)
Goede mest
Met een juk op hun schouders konden de mannen twee tonnetjes ophalen en wegbrengen. Op de gemeentewerf werden de tonnetjes geleegd en gereinigd en werden de fecaliën verder verwerkt, of als meststof of als toevoeging aan het huisvuil. Zo’n toilet buiten was zeker ’s winters en ’s avonds geen pretje en daarom mochten wij als kinderen gelukkig gebruikmaken van een po. Dan hoefde je tenminste niet de kou of de duisternis in. In de jaren ’50 werd onze huisbaas door wettelijke regels gedwongen de sanitaire voorzieningen aan te passen aan de eisen van de nieuwe tijd. We kregen een wc, een doorspoeltoilet, in huis. In de keuken werd een krappe kast omgebouwd tot schijthuis, met meer comfort (in zeer beperkte mate want de wc was heel erg krap). Aan de andere kant was de nieuwe wc ook weer een stap achterwaarts. Het spoelwater met de fecaliën stroomde via een septic tank en een lange pijp weer gewoon in de sloot.
050 Huisjes langs de slootkant
foto Oudheidkamer Oostzaan
Pas in de jaren ’70 werden we op het riool aangesloten en werd het afvalwater naar een waterzuivering gepompt. In die tijd werd de wc opnieuw verbouwd. Een toilet dat direct in de keuken uitkwam, was niet langer toegestaan. Echt hygiënisch was het ook niet. Op hetzelfde moment kon iemand enorme stankoverlast veroorzaken, terwijl op een meter afstand het eten werd klaargemaakt. Met veel breek- en sloopwerk werd er een nieuwe wc gebouwd, maar nu met een halletje ervoor. Een echt grote verbetering was het niet, maar de nieuwe situatie voldeed in ieder geval aan de wettelijke bepalingen.
Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.