HerinneRing 5949 – 28 oktober 2005

Zuideinde 033-035

Het Polderhuis, zoals nog maar weinigen het zullen kennen. In eerste instantie gebouwd zonder het dak dat we nu kennen. Dat kwam later, maar niet VEEL later. Deze foto is dus van een datum die niet ver na de bouw ligt.
Natuurlijk kunnen we via het kadaster exact nazoeken uit welke periode deze afbeelding stamt, maar die kennis bevindt zich ook onder u.
In de beroemde boekjes over Oostzaan (van J de Boer, oud-gemeentesecretaris van Oostzaan) staat een foto van een boerderij tegenover het Weeshuis, die gedateerd is op 13 januari 1929, toen zou er dus nog geen Polderhuis zijn geweest.
In een krantenknipsel van 1993 staat echter een bouwdatum van 1925 genoteerd: tegenstrijdige informatie dus.
U weet het juiste antwoord, wij (nog) niet.
(antwoord: zie 29 november)

Het antwoord kan je kwijt door op het envelopje te klikken dat zich onder dit bericht bevindt. We horen graag van je. Vermeld aub wel het nummer uit de titel.
Je kunt de foto nog iets groter maken door erop te klikken.

HerinneRing 5951 – 27 oktober 2005

Ze blijven maar binnenstromen die foto’s en daar zijn we allemachtig blij mee. Soms per stuk en soms ook hele fotoboeken vol. Natuurlijk wordt er dan direct driftig gebladerd en geroepen:
“Oh, dat is het Weerpad met de molen van Kater”, bijvoorbeeld.
Vaak ook in één keer raak, maar niet in dit geval.

Een molen, dat is duidelijk. Zeer waarschijnlijk ook tijdens de watersnood van 1916.
Maar NIET in Oostzaan. Onze molen zag er anders uit en ook de huisjes links en rechts ervan verschillen van het beeld dat we kennen van wat nu de Kerkstraat is.

Een ander dorp dus, met een kenmerkend gebouw links van die molen.
Wie het kent, zal het ogenblikkelijk herkennen en naar zo iemand zijn we op zoek.

Wij vinden dat foto’s van en over Oostzaan in ons dorp thuishoren, maar dan willen we de foto’s van elders ook graag ter beschikking stellen aan elders.
Oudheidkamers en Historische Verenigingen vind je bijna overal en om met Wim Sonneveld te spreken: “Wat zullen ze blij zijn met dit plaatje”.

HerinneRing 5956 – 26 oktober 2005

Vandaag geen opname waar het accent ligt op de personen, maar een afbeelding waar we nog niet van weten waar het plaatje exact is genomen.
We zien een prachtige opname uit het begin van de vorige eeuw, zoveel is wel duidelijk.
Stijlvolle en karakteristieke huisjes links over een wegsloot, getooid met, al even kenmerkend voor het Oostzaan van weleer, slootbruggetjes.
Deze bruggen waren altijd beweegbaar, ze konden omhoog of weggerold worden, soms ook weggedraaid.
Wie kan ons helpen om de juiste plek te bepalen?
We zoeken het juiste HUIDIGE ADRES van het eerste huisje links, dus met die mooie kap, dan van het huisje met de makelaar en ook nog het huisje dat daarachter dwars op de weg staat. Mocht u toevallig wel weten wie de kindertjes zijn die zo mooi poseren voor de fotograaf, dan kunt u bij ons niet meer stuk. Met een klik op het plaatje ziet u een grotere opname. Mailen kan met het envelopje onder dit bericht, vermeld aub wel het nummer uit de titel.

02/02/2006 uitsluitsel van de hand van historicus Jelle Brinkhuijsen:
Links (gedeeltelijk) Kerkbuurt 35, vervolgens Kerkbuurt 37

HerinneRing 5942 – 25 oktober 2005

Met veel genoegen starten we vandaag met een nieuwe rubriek.
We hopen daarbij op veel hulp uit ons publiek en daarmee bedoelen we dan uitdrukkelijk jong EN oud.
Natuurlijk beseffen we dat de jongeren op het internet surfen, maar dat juist de ouderen over de kennis beschikken om foto’s als deze te herkennen. Je kunt de foto nog iets groter maken door erop te klikken.
HerinneRing is letterlijk bedoeld een RING van herinnering te worden. Als de jongeren bereid zijn de ouderen deze foto te laten zien en ons even te melden wat ze daarover te vertellen hadden, dan doen we een geweldige stap vooruit.
Deze foto werd ons ter beschikking gesteld door de Historische Vereniging van Landsmeer (waarvoor onze dank), echter behalve dat hij in Oostzaan thuis hoorde is er niets over bekend.
Van elke foto willen wij echter graag vastleggen:
Waar het is, Wanneer het is, Wie het zijn (vlnr), Wat het is (als er dingen op staan) en Waarom het is (bijv tgv een huwelijksfeest, of Koninginnedag), kortom we zijn altijd op zoek naar de 5 WWWWW‘s.
Het anwoord kan je kwijt door op het envelopje te klikken dat zich onder dit bericht bevindt. We horen graag van je.

Jol november – 21/10/2005

Oostzaan, 21 oktober 2005

Oudheidkamer’s November-Jol geheel in teken van Kerkbuurtschool

De Jol (het halfjaarlijkse magazine van de Stichting Oudheidkamer Oostzaan), welke dit keer vanaf begin november in de winkel ligt, is dit maal geheel gewijd aan de voormalige Oostzaanse Kerkbuurtschool.

Helaas, de Kerkbuurtschool is niet meer. Enkele maanden geleden waren de slopers de laatsten die de school bezochten. Voor de Oudheidkamer was dat aanleiding deze Jol geheel te wijden aan de school in Oostzaan met de langste geschiedenis. Zelfs reeds in de zestiende eeuw bezocht onze dorpsgenoot Claes Compaen de school, toen nog naast de kerk gehuisvest.
De schoolmeester van toen schreef een boek over de zeerover. Een schoolmeester van de Kerkbuurtschool van deze tijd, Ger Muijs, beschreef eerder de geschiedenis van de school tot 1987. Nu completeert hij zijn verhaal over de periode van 1987 tot nu. Klassefoto’s van de leerlingen uit deze tijd en foto’s van andere gebeurtenissen illustreren zijn verhaal.
In de verhalen daarna vertellen een aantal mensen uit de generatie daarvoor, Siem Meijn, Jan de Waal en Piet Roels, over hun schooltijd op de Kerkbuurtschool. Schitterende foto’s uit de Collectie van Meester Dirkx geven daarbij een fraai beeld van de schooltijd vlak na de oorlog.

Zoals altijd krijgen de donateurs van de Oudheidkamer deze November-Jol reeds uiterlijk 31 oktober a.s. in de bus. Uiteraard is ook deze November-Jol weer, hoewel in beperkte oplage, via de vrije verkoop verkrijgbaar via de firma Top-1-Toys, Zuideinde 77 in Oostzaan. De kosten bedragen Eur. 3,95 per stuk.

Voor verdere informatie inzake dit persbericht, kunt u contact opnemen met:
Laura Posch
Tel. 075 – 684 4378
E-mail: lauraposch@hetnet.nl

Historisch Bekeken (41) – 20/10/2005

Houtwerkers: mannen van staal

Rotterdam is als grootste haven ter wereld voorbij gestreefd door Sjanghai in China. Enkele eeuwen geleden stelde de haven van Rotjeknor echter nog weinig voor en waren de havens van Amsterdam en Zaandam echte wereldhavens. Maar ook de dorpen in de buurt, zoals Oostzaan, Schellingwoude en Durgerdam waren deels op de scheepvaart georiënteerd. De houthandel is daarbij altijd een belangrijke sector geweest. Als je schepen wilt bouwen of als de stad moet uitbreiden, dan heb je hout nodig. En één ding is zeker: in ons kale polderland is de houtproductie altijd minimaal geweest. Het was dan ook noodzakelijk om hout te importeren en vaak kwam dat hout vanuit de Oostzeelanden en Scandinavië. De regio heeft er in ieder geval één bekende naam aan overgehouden: Bruynzeel, als houtverwerkende industrie in de Zaanse havens begonnen.

Schepen
In 2005 is er in Amsterdam weer een Sail georganiseerd en daarmee wordt weer eens bewezen dat grote en kleine schepen een ongelooflijke aantrekkingskracht op mensen hebben. Hout en houtschepen hebben mij altijd aangetrokken. Misschien komt dat wel omdat mijn grootvader in hout werkte of omdat ik vlakbij de havens en het Noordzeekanaal ben grootgebracht. ’s Zondags werd er dan ook vaak door de havens gewandeld en naar de boten gekeken. En het gebeurde dan ook regelmatig dat je de grote zeeschepen kon bezoeken, vaak Russische roestbakken met een grimmige bemanning. Maar voor een kind van tien jaar waren het wel zeer indrukwekkende schepen.
Deels voerden zij complete boomstammen aan. Met de kranen en de lieren van de schepen werden deze stammen overboord gezet en daarna door mannen met pikhaken tot een vlot samengebundeld. Later werd het meeste hout gezaagd aangeleverd: planken en balken. Eén voor één werden die door de houtwerkers gelost.

041 houtschepen in de jaren dertig
foto Bram Veenman

Handwerk
Uren heb ik als kind staan kijken naar het werk van de houtwerkers. Iedere plank en iedere balk werd stuk voor stuk van het zeeschip overgezet naar de dekschuiten om verder vervoerd te kunnen worden. Aan de loswal werd ook veel hout overgezet op vrachtauto’s. Mannen met leren schorten voor en een uitgebreid stelsel van steunpunten met rollen daarop, zorgden ervoor dat de balken over grotere afstanden doorgegeven konden worden. De juiste naam voor de hulpstukken ken ik niet: grote, stalen statieven die in hoogte versteld konden worden en met boven aan een rol waarover de balken konden glijden. Zo konden de planken en balken als het ware door een keten van mensen en een rollenbaan doorgegeven worden.

Treintjes
De houthaven en de houtwerven van Bruynzeel waren voor hun tijd erg modern. Omdat het hout nog op een natuurlijke manier werd gedroogd, was het terrein overdekt met stapels hout, netjes opgestapelde planken en balken, gescheiden door dwarslatjes zodat ze goed konden drogen. Een uitgebreid stelsel van rails, wagentjes en treintjes zorgde ervoor dat het hout tussen de houthaven, de zagerijen, de timmerwerkplaatsen en de opslagterreinen vervoerd konden worden. Het was ooit heel modern, ’t is nu verleden tijd.

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.

vitrines Oostzaanse Oudheidkamer – 15/10/2005

PERSBERICHT: Oostzaan, 15 oktober 2005

Nieuwe brokjes “verleden-van-alle-dag” in vitrines Oostzaanse Oudheidkamer

Op een aantal plaatsen in het dorp zijn ze te vinden, de vitrines van de Oudheidkamer Oostzaan – en telkens met een wisselende inhoud. Een inhoud die u een beeld geeft van de geschiedenis en het leven en werken in het Oostzaan van weleer.

Ook in dit najaar hebben de diverse vitrines van de Oudheidkamer weer een andere inhoud gekregen en bieden op deze wijze weer een blik in het verleden van ons dorp. De mini-expositie “Petroleumhandel van weleer” is op veler verzoek gehandhaafd, maar is verhuisd naar de vitrine in de Grote Kerk. De kijketalage naast het pand van Foederer heeft ook dit najaar weer kleding als onderwerp, doch is recent door de dames van de Textielgroep van de Oudheidkamer geheel opnieuw ingericht en toont o.a. een ouderwetse naaimachine en echte “ouwerwisse lappies stof”, stof zoals tegenwoordig niet meer gemaakt wordt.
Nog een stukje vergane glorie is het wecken van groente en fruit. De vitrine in de bibliotheek geeft een vrij compleet beeld van het al oude weck-proces, de zg. voorloper van onze huidige vrieskist. Wat langzamerhand ook bij de meesten in de vergetelheid raakt, is het oude schoolvak “nuttig handwerken” (weet u nog, dames?). De vitrine in Evean Lishof presenteert een interessant beeld uit dit luisterrijk stukje verleden.

In het Gemeentehuis, ten slotte, staat de vitrine die het verhaal vertelt van de Oostzaanse visserij van weleer. Zeker interessant voor de jeugdige Oostzaners die met dit stukje verleden normaal gesproken niet snel in aanraking zullen komen.

Voor verdere informatie inzake dit persbericht, kunt u contact opnemen met:
Laura Posch
E-mail: lauraposch@hetnet.nl

Historisch Bekeken (40) -14/10/2005

Eten wat de pot schaft

Met de feestdagen eten we kerstkalkoen, haas, kaapse bes, ananas en andere feestgerechten. Daarna kunnen we weer eten wat de pot schaft. Die pot is de afgelopen tijden wel fors veranderd, evenals de manier waarop we ons eten nuttigen. In mijn jeugd aten we, zoals de meeste mensen, tussen de middag altijd warm. Mijn vader werkte nog gewoon in de buurt en kwam tussen de middag altijd op de fiets naar huis. Echt gevarieerd eten kwam er niet op tafel: pap, aardappelen met groente en zelfgemaakte pudding toe. Alleen op zondag. maandag en woensdag stond er vlees op tafel, bijna standaard sudderlappen. En inderdaad gesneden en verdeeld door mijn vader. Het vlees was zijn terrein.

Groente
Vertel mij wat u vanavond eet en ik weet van welke generatie u bent. Als mij de vraag gesteld wordt, dan luidt mijn antwoord meestal: een gebakken sliptong, lamskoteletten of een lekkere biefstuk. Kortom, mijn interesse gaat vooral uit naar het vlees of de vis. Maar veel mensen van een iets oudere generatie hebben het over de bloemkool, spruitjes, snijbonen of sla als hen naar de gerechten op het menu word gevraagd. Vroeger was vlees tenslotte een uitzondering, terwijl het tegenwoordig een uitzondering is als je geen vlees of vis eet. Mijn vader haalde altijd op zaterdagmiddag, als hij uit zijn werk kwam (de vijfdaagse werkweek was nog niet ingevoerd) het vlees bij de slager. En dat vlees werd dan zaterdagavond klaargemaakt: aanbraden in de margarine en dan urenlang sudderen op een laag pitje. Op zondag konden we dan genieten van een klein stukje draadjesvlees. Heerlijk was dat. En op maandag werden de restjes van het vlees genuttigd. Woensdag was, ook bij ons, gehaktdag. Een bal gehakt, of later heel modern en luxueus een slavink, vulden dan onze magen. Een enkele keer aten we op zondag vis: paling of kabeljauw. Die werd dan op zondagochtend vers bij de visboer opgehaald. Dat was noodzakelijk omdat de hedendaagse koelkast nog afwezig was.

040 Keulse potten in museum Grietje Tump
Foto Rob Veenman

Verdwenen
Tegenwoordig zijn er een aantal kwekers die zich richten op ‘vergeten groenten’. Vergeleken met een paar eeuwen geleden zijn er inderdaad vele groenten vergeten of zelfs geheel verdwenen. Maar ook groenten uit mijn jeugd zijn grotendeels uit beeld verdwenen. Voor de goede orde heb ik het kookboek van mijn moeder, het Kookboek van de Amsterdamsche Huishoudschool, samengesteld door mejuffrouw C.J. Wannee en voor de eerste maal uitgegeven in 1910, erop nageslagen. Knolselderij, kievitsbonen, koolrapen, raapstelen, schorseneren en kapucijners heb ik al jarenlang niet meer gegeten. Van de koolrapen en de kapucijners vind ik dat absoluut niet erg. Helaas aten we geregeld kapucijners met uitgebakken spekjes en piccalilly. De spekjes waren nog wel lekker, maar die grote, bruine melige bonen hebben mij nooit kunnen bekoren. En zeker als ze koud waren, kon ik ze nauwelijks door mijn keel krijgen. We mochten pas van tafel als we ons bord hadden leeggegeten en tegen die tijd waren die meelballen vaak heel koud geworden. Schorseneren, de armelui’s asperges, en knolselderij zijn gelukkig erg lekker en in beperkte mate nog te verkrijgen.

Deze tweewekelijkse rubriek is eerder verschenen in het Noord-Amsterdams Nieuwsblad en het Zaans Stadsblad en wordt verzorgd door Rob Veenman van de Oudheidkamer Oostzaan, bereikbaar via r.veenman@vpcconsult.nl en via postbus 558, 1440 AN Purmerend. Tips, verhalen, meldingen over historische activiteiten en dergelijke zijn van harte welkom.

Stationsstraat 13 – 29/09/2005

dd 11 oktober

De meest aannemelijke schrijver van een kranteartikel over de Stationsstraat heeft het niet gemaakt en kende het verder ook niet.
Verder is hem ook niets bekend van een tolhuisje in deze straat. Voor zover we nu hebben kunnen nagaan is dit huisje als gewoon woonhuis gebouwd en gebruikt.
Tot zover, onze bronnen zijn nu uitgeput.

dd 29 september
Voor zover wij hebben kunnen nagaan is dit huisje nooit een tolhuisje geweest.
We blijven nog even door speuren naar nadere gegevens, want ook van een krantenartikel mbt dit pandje is ons niets bekend.
Als dat wel bestaat, moet het toch te vinden zijn. We roepen onze lezers op om ons daarbij te helpen.

dd 15 september
Onlangs bereikte ons, enigszins via een omweg, dit berichtje:
>>
Geachte heer,
Iedere keer als wij door de Stationsstraat van Oostzaan fietsen op weg naar het Twiske, valt ons tussen alle modernere huizen één oude woning op. Deze lijkt op een voormalig tolhuis en wij vroegen ons af of dit zo is en of er nog historische foto’s bestaan waarop deze woning staat afgebeeld.
Ik weet niet of wij met deze vraag bij u moeten zijn. Zo niet, kunt u ons wellicht verwijzen naar het juiste adres hiervoor?
Bvb. hartelijk dank.
We vermoeden dat u dit huisje bedoelt:

Stationsstraat 13
te Oostzaan

Als dat zo is, en alleen de vraagsteller kan dat bevestigen, is de volgende stap dat we op zoek gaan naar oude foto’s en eventuele gegevens met betrekking tot dit huisje.
We wachten in spanning af of we tot de juiste keuze zijn gekomen.
Tevens hopen we dat deze uitleg ertoe leidt dat toekomstige vragen worden voorzien van een huisnummer, zodat we op zeker met het juiste pand aan het onderzoeken slaan.
In dit geval is de eerste stap gezet in een veronderstelling, uw antwoord zal uitsluitsel moeten geven.
Zodra het binnen is, komen we vanzelf aan de volgende stap toe.

Het speurdersteam van de SOO

Juweeltjes – 6/10/2005

“Levende” geschiedenis?

De Oudheidkamer Oostzaan heeft zich ten doel gesteld om de historie van ons dorp zo veel mogelijk vast te leggen, te bewaren en door te geven aan de nieuwe generaties.
Zuks lukt natuurlijk alleen met de medewerking van vele dorpsgenoten die ons inzage geven in de fotoboeken die men in familiebezit heeft.
Soms worden de foto’s geschonken, maar ook met “alleen” een scan zijn wij al meer dan tevreden, het origineel blijft dan gewoon waar het thuishoort. Verbazingwekkend blijft elke keer weer het ijzeren geheugen dat veel oudere bewoners, 70-, 80- soms 90-jarigen ten toon spreiden. Feilloos benoemen ze gebouwen, locaties, gebeurtenissen en personen die op de foto’s voorkomen.

Uitermate belangrijk, want anders zou die informatie verloren gaan. Het is een pleidooi om het NU te doen. Elke dag later kan een dag te laat zijn. Soms is het al te laat en moeten we ons verlaten op wat bij of achterop de foto is geschreven.
foto M v Wageningen – Proper collectie © SOO
ALS er iets is bij geschreven, want dat is lang niet altijd het geval.
Bij bovenstaande foto hadden we het geluk dat de informatie nog aan ons kon worden doorgegeven.
Links op deze plaat uit de dertiger jaren zien we het eerste winkeltje van Albert Heijn (juist die), hij zelf had het al hogerop gezocht, maar zijn winkeltje was er nog en is nog jaren een Albert Heijn gebleven.
Inmiddels bevindt zich in dit pand een Italiaans restaurant annex ijssalon, maar dat gaat niet lang meer duren. Anno 2005 is dit pandje gedoemd te verdwijnen voor de totale renovatie van het centrum van Oostzaan. Rest ons nog slechts een replica op de Zaanse Schans, waar zijn winkeltje is nagebouwd. Gelukkig hebben we de foto’s nog.
Ook van de kinderen, die zo lijken te zijn weggelopen uit “Ons eerste leesboekje”, weten we de namen: Jaap Hulst, Corrie Vet en Klaas van Wageningen.

Deze leesboekjes van Hoogeveen, Ligthart en Scheepstra bevatten illustraties van Jetses en zijn nog immer populair, want hele generaties zijn daar nog vertrouwd mee.

Op bovenstaande foto onderscheiden we tevens de weg naar Zaandam, toen nog Weerpad genaamd, inmiddels omgedoopt in Kerkstraat. Geheel rechts is het water, blijkbaar onlangs, verdwenen, het wegdek lijkt nog niet te zijn aangepast. In de verte zien we een ophaalbrug, die toendertijd in gebruik was voor doorvaart naar het noordelijk deel van het dorp.

Zou het niet eeuwig zonde zijn als deze foto en informatie voor Oostzaan verloren was gegaan?
En geloof me, zulke foto’s worden soms gewoon weggegooid omdat niemand er belang bij lijkt te hebben. Wij geven ze echter graag een plek en hopen dan maar dat u aan ons denkt als u een dergelijke foto onder ogen krijgt. Mocht u hem willen weggeven, dan zullen we er goed voor zorgen, maar ook een kopie is zeer welkom, als de plaat en informatie maar bewaard blijft.