HerinneRing 060131 – 31 januari 2006

Anders nog?

De supermarkt voorbij, deze vraag. Die klonk vroeger in menig winkeltje als een onsje gesneden was en de winkelier zich afvroeg of er nog meer van onze dienst was. Toen schroomde men nog niet om een half onsje te vragen, maar dat behoefde dan meestal wel enige uitleg: “Ik ben toch maar alleen”, of “Mijn man lust het niet”. IJskast was iets Amerikaans en we beschikten in de stad hooguit over een “vliegenkast” en in het dorp soms ook wel over een koele kelder.
Tegenwoordig is de koelkast gemeengoed en denkt men bij de supermarkt liever aan kiloverpakkingen en 2 liter flessen, tijdens een niet aflatende westelijke storm overgewaaide grootheden uit de USA.
Onlangs werden we weer even met ons onsje geconfronteerd toen we oog aan oog stonden met de snijmachine uit de winkel van Martin de Dood. Die machine werd nog jaren bewaard in de grote schuur aan de Kerkstraat en uiteindelijk gered van de ondergang door Eva Stache. Nadat we vreselijk ons best hadden gedaan om daar een plekje voor te vinden, is hij nu in het bezit van de oudheidkamer. Wederom werden we voor een dilemma gesteld, want groot EN zwaar, waar laat je zo’n stuk industrieel erfgoed? Te zeer gebonden aan ons eigen dorp om elders onder te brengen, we zijn blij met het door ons gevonden stekkie, maar een permanente oplossing is nog niet gevonden. Alle suggesties op dit gebied zullen we in dank aanvaarden.

HerinneRing 060130 – 30 januari 2006

Zo komt Jan Splinter door de winter………….

Als vrijwilligersorganisatie moeten we het zien te doen met de inkomsten uit de donaties/giften en de subsidie van de gemeente Oostzaan. Niet altijd makkelijk, maar we redden het tot nog toe. Geld voor aankoop van echt leuke historische zaken uit de geschiedenis van Oostzaan is er dus niet echt. Maar soms zit het ons dan eens mee.
Van de week kregen we een telefoontje van de familie Seine – Busch uit Zaandam (om even snel thuis te komen de Buschen-kant is de familie Busch van de Houtwarenfabriek aan de Kerkstraat 220). Die familie heeft een steendruk van de Stijfselmakerij De Arend. Voorheen had er het nodige aan gemankeerd, maar door tijdig en vakkundig ingrijpen van dorpsgenoot Joop Peijnenburg (“vakmanschap is meesterschap”) was het weer in goede conditie gekomen.
Nu zij zelf wat ouder beginnen te worden en hun kinderen lieten merken weinig of geen gevoel met de steendruk te hebben waren zij via de gemeente bij de Oudheidkamer Oostzaan terecht gekomen. Dat wij er belangstelling voor hadden laat zich wel raden.

Afgesproken is dat “De Arend” voorshands rustig bij de familie blijft hangen. Zij zullen echter bij testament regelen dat na hun overlijden (en eerlijk, wij hopen dat dat echt nog heel veel jaren mag uitblijven) de steendruk eigendom wordt van de Oudheidkamer Oostzaan.
Dat wij de familie Seine – Busch dankbaar zijn staat buiten kijf.
Dan is er weer een stukje van de gemeenschap van toen bij de gemeenschap van dan gekomen. Misschien ook een overweging voor andere Oostzaanse families?
Niets wat ooit bestaan heeft, gaat ooit echt verloren……..en wij, als Oudheidkamer, dragen daar graag een steentje toe bij.

HerinneRing o03404 – 29 januari 2006

Tentoonstellen en uitlenen

Uit al die voorwerpen die de Heldring Stichting bewaart en onderhoudt worden mooie exposities samengesteld, o.a. voor het Nationaal Museum Verpleging en Verzorging in Zetten. Op het internet kunt u een paar van deze voorwerpen zien en bewonderen. Het internetadres is: www.nmvv.nl
En ze stellen niet alleen tentoonstellingen samen, ook lenen zij hun voorwerpen uit voor het maken van films. Zo zijn er heel wat voorwerpen te zien in “Nynke”, de Nederlandse speelfilm over het leven van de schrijfster Nynke van Hichtum, die getrouwd was met Pieter Jelles Troelstra.
Bij de Heldring Stichting waren ze erg blij met de kruikenmoeder en het sterilisatieapparaat. Vooral de kruikenmoeder was een “prachtexemplaar” vonden ze.

Hoe het ons verging die dag
Op 13 april waren Piet Roels en ik ’s morgens om 10.00 uur bij de Lishof om de spullen in de auto te laden. Met hulp van Fred Holzmann en Jan Lust van de Technische Dienst van De Lishof. Want zwaar dat die kruikenmoeder was!!! In Amersfoort aangekomen was ik dan ook blij dat Piet mee was, want ik had dat zware ding nooit samen met de mevrouw die ons daar ontving, naar boven gekregen. Achteraf begrepen we heel goed waarom de kruikenmoeder zo zwaar was. Want om hem naar boven te krijgen moesten we hem op de kop op het steekwagentje zetten, anders paste hij er niet op. En wat dacht u dat er uit kwam? Juist ja, water! Liters en liters water liepen eruit en als we dachten: “Nou is alles er wel uit”, en we liepen weer paar stappen, dan begon het weer. Niemand heeft er kennelijk in al die jaren ooit aan gedacht om het water eruit te laten lopen. Er zit een aftapkraantje aan de onderkant, maar die konden we niet meer gebruiken, want dat was helemaal vastgeroest. Maar goed, het duurde wel ruim een half uur voordat we de kruikenmoeder boven hadden. Ook al omdat we er zo om moesten lachen. Nadat we een rondleiding en koffie hadden gehad zijn Piet en ik weer naar huis gereden. Met een voldaan gevoel, want wat is er nou leuker dan ervoor te zorgen dat alle spullen waar wij voor mogen zorgen, een goede bestemming krijgen.
Tineke Algera – Stichting Oudheidkamer Oostzaan

HerinneRing o03400 – 28 januari 2006

KRUIKENMOEDER

Een aantal maanden geleden hebben Piet Roels en ik (Tineke Algera) de kruikenmoeder opgehaald die in de hal van de Lishof stond. Ook een sterilisatieapparaat, compleet met injectiespuiten en injectienaalden, hebben wij meegenomen.
En dat mocht, hoor! Piet Roels en ik zijn beiden bestuurslid van de Oudheidkamer van Oostzaan en de directie van de Lishof had die twee prachtige voorwerpen uit de dertiger jaren van de vorige eeuw aan de Oudheidkamer geschonken.

Geen plaats
Helaas heeft de Oudheidkamer niet genoeg plaats voor deze prachtige objecten, dus heeft het bestuur van de Oudheidkamer bedacht dat de voorwerpen beter tot hun recht zouden komen bij een organisatie die zich inzet voor het behoud van oude voorwerpen uit de verpleging.
Daarom hebben wij de kruikenmoeder en het sterilisatieapparaat in permanente bruikleen gegeven aan de Stichting Historisch Verpleegkundig Bezit.

Ondersteken, uniformen en oogbadjes .
Hun depot is gevestigd in Amersfoort en bevat een collectie van 4.500 voorwerpen. Ze hebben voorwerpen vanaf ongeveer 1850, zoals ondersteken, bedden, uniformen en kasten vol klein spul, zoals dokterstassen, oogbadjes, bekkens enz. .
Deze Stichting is o.a. in het bezit van een verpleegsterssluier van Anna Reynvaan, een van de eerste gediplomeerde verpleegsters van Nederland, porseleinen drinkschuitjes vanaf 1880, een po met stoffen zitting uit 1860, een boek over verplegen door Florence Nightingale en door haarzelf geschonken aan de directrice van het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam ( Mw. L de Bussy Kruysse was directrice van 1896-1905).

U ziet: de kruikenmoeder en het sterilisatieapparaat van het voormalige Verpleeghuis zijn daar in goed gezelschap!
(vervolg morgen)
Tineke Algera – Stichting Oudheidkamer Oostzaan

HerinneRing 02327 – 27 januari 2006

Tussen duif en digitaal

Het kaartje, waar ik gisteren de achterkant van liet zien, heeft uiteraard ook een voorkant.
Die is wat Oostzaan betreft niet zo heel interessant, want het is de achterplaats van de Oranjekazerne in ‘s-Gravenhage (voor gewone stervelingen Den Haag) bij een oefening der recruten. Wel een prachtig plaatje natuurlijk en het is maar goed dat erbij staat wat ze daar staan te doen, anders zou je nog denken dat de mannen in de witte pakken straks voor het vuurpeloton terecht komen. Ik heb het vermoeden dat je voor een dergelijk plaatje in deze tijd minstens voor de krijgsraad zou komen, fotograferen op of bij militaire objecten is tegenwoordig streng verboden. K Rep, die dit kaartje ongetwijfeld gewoon op de kazerne kocht, vermeldde zijn naam aan de voorkant van de kaart, een manier die aan het begin van de vorige eeuw zeer gebruikelijk was, ik meen mij zelfs te herinneren dat het niet achterop mocht, die kant was voorbehouden voor de adressering. Tegenwoordige soldaten sturen hun groeten, inclusief illegaal gemaakte digitale foto, met hun mobieltje rechstreeks naar huis, daar is geen verbod tegen opgewassen.

HerinneRing 02328 – 26 januari 2006

Toen ons dorp nog een dorpje was

Met oog voor detail beschouwen we alle aan ons toevertrouwde afbeeldingen van voren EN van achteren. Een mooi plaatje van Oostzaan uit vervlogen tijd is altijd een welkome aanvulling voor onze collectie, maar altijd bekijken we achterkant met minstens evenveel belangstelling. Soms staan daar, met enig geluk, nog geschreven waar of wie er op de foto is afgebeeld.
Het kan ook zijn dat het een postkaart betreft die op zich zelf dan weer iets verteld over de datering (postzegel of stempel), aan wie of van wie, het adres, enz, enz.
Op deze achterkant lezen we het adres van de geadresseerde:
den Heer K Root,
Kerkbuurt,
Oostzaan ( N H)
Blijkbaar ruim voldoende om ook daadwerkelijk aan te komen in 1906.
Een tijd waarvan je je ogenblikkelijk kunt voorstellen dat de postbode de worf komt oplopen en een kaart overhandigt met de mededeling: “Je tante uit Den Haag komt volgende week, ze is weer helemaal beter”.

HerinneRing 05963 – 25 januari 2006

Weespad /Weerpad?

In het Noord-Hollands Archief van het Rijksarchief te Haarlem vond ik:

Toegangsnummer: 176
Archieftitel: Losse Aanwinsten
2. Inventaris
2.04. Bezittingen en rechten
2.04.3. Huizen en landerijen
2.04.3.068. Oostzaan

Akte 631
Akte van transport door schout en schepenen van Oostzaan aan Hendrik Jan veldwijk van een publiek geveild huis en erf aldaar aan het Weespad, afkomstig uit de gerepudiëerde boedel van wijlen Dirk Teunisz. Booker en diens weduwe Trijntje Jans Rep, 1791, mei 3

[Opgezocht, want ik had er nog nooit van gehoord: gerepudiëerde komt van het Franse répudiée en betekent verstoten/afgewezen, kennelijk was de boedel geen welstand]

Niet voor het eerst is hier sprake van het WEESPAD, hetgeen natuurlijk een verkeerde lezing van het woord Weerpad zou kunnen zijn. Maar zoals gezegd het is niet de eerste keer dat ik het in oude geschriften tegenkom en de vraag rijst dus of er hier ooit een Weespad is geweest of dat er sprake is van verkeerd overschrijven? We wachten uw reacties weer met belangstelling af.

HerinneRing dia00017 – 24 januari 2006

IJspret

Gisteren zag ik ze al krabbelen en krassen over het ijs, natuurijs wel te verstaan. Okay, opgespoten landjes en parkeerterreinen, maar toch … stijfgevroren echt water zonder toegevoegde chemicaliën om het sneller en/of harder te maken, geen machines om het te bevriezen, gewoon koude nachten. Kindertjes achter stoelen en op dubbele schaatsjes, Papa op de noren met zijn kroost op de slee er achteraan. Vandaag de eerste wedstrijd op buitenijs op een baantje van net iets meer dan 160 meter en het journaal was erbij, wat zeg ik, talloze tv-ploegen waren en masse opgetrommeld om het vanavond te kunnen uitzenden. Wat hebben we toch met die buitenschaatserij? De hele nacht ploeteren met een sproeimachine, dikke sigaren en een Beerenburgertje aan de lange tafel met een trijpe kleed, nostalgie?… nou zeker.

Uit de polder heb ik nog geen muziek gehoord, maar dat komt, als het aanhoudt, zeker. Net als vroeger maar op een andere plaats, deze foto is nog van het oude ijsterrein achter de bibliotheek van Boom op Zuideinde 77. Heel Klaverweide moest toen nog gebouwd worden. Luidsprekers kan ik zo een, twee, drie niet ontdekken, maar verlichting hing er wel in 1970. Wintertje, wintertje, waar blijf je dan.

HerinneRing dia00014 – 23 januari 2006

Wintertijd

Fotootje van wintertijd, maar dan wel zo’n vijfentwintig jaar geleden. Uit de tijd dat er nog echte winters waren? Onze grootouders beweren dat het vroeger allemaal nog mooier, of zo u wilt nog erger was. TOEN had je nog echte winters hoor je dan vaak. Nu schijnen we op dit moment een aardig wintertje te zijn misgelopen, althans op nog geen dag rijden van hier naar het oosten vroor het een graadje of 30, dus met een beetje pech hadden we nog aardig in de misère kunnen komen. Nog geen dag later meldt het nieuws dat 2005 het warmste jaar sinds 1890 heeft opgeleverd, waar moet dat allemaal naar toe?

Terug naar ons plaatje in een winters landschap, we hebben een aantal vraagjes:
1. wie weet wat dit voor een apparaat is?
2. waar heeft het gestaan?
3. wie het eventueel heeft gebruikt en waarvoor?

Klik eventueel op de foto voor een grotere afbeelding.
Wie helpt ???

02/02/2006 uitsluitsel van de hand van historicus Jelle Brinkhuijsen:
Ik heb het apparaat nooit gezien, maar het lijkt mij toch een gewone karn om boter te maken.

HerinneRing a025 – 22 januari 2006

Het water stond er zeker zo hoog

Onze oproep om persoonlijke herinneringen aan de watersnood van 1916 is verhoord. Weliswaar met het verhaal uit een aangrenzend dorp, maar prachtig klein drama zoals je dat niet leest in “officiële” verslaggeving (met dank aan onze inzender).
In 1973 vond mevrouw Antje Molenaar – Gons uit Den Ilp eindelijk de tijd en een aanleiding om voor haar kinderen en kleinkinderen de belevenissen van een 13-jarig meisje op te schrijven: (fragment)
14 dagen later ging hij weer eens naar huis kijken. De poezen zaten te schreeuwen in de schuur. Twee ervan vlogen wild weg. Ze schijnen nog lange tijd op een hoop riet te hebben gezeten, waar de soldaten ze wel eens wat toewierpen. Maar onze zwarte poes (Broer noemden wij hem) sprong als altijd op vader zijn schouder. Die heeft hij toen meegenomen in een zak naar Amsterdam. Ik stond bij de boot, toen zei vader: `Daar heb jij je poes.’ Wat was ik blij. Maar wat was hij mager geworden. Maar hij mocht ook wel bij tante Lijsje. Die had ook een hondje, Tira. Wonderlijk, zoo gauw als die vriendschap sloten. Er werd altijd rijst met stokvis voor Tira gekookt en ze aten uit dezelfde bak. Tante had ook een flinke buitenplaats met rondom muren. Dus kon de poes nergens heen. Maar als voor het raam open stond, sprong hij op straat en liep naar de overkant. Daar was een winkel waar ze ook worst verkochten en dan kreeg hij daar vast wat. Ze hadden er gewoon aardigheid in. Hij wist ook wel tussen je benen door naar de overkant te glippen, maar kwam steeds weer naar huis. Kan je nagaan hoe rustig die straat toen was. Daar moet je nu komen.
Even voor de duidelijkheid, tante Lijsje woonde in de Binnen Brouwerstraat in Amsterdam, toen ze er aan kwamen was het huis al vol, maar toch mochten ze er blijven.
Vader en opa gingen naar hun zoon Jaap te slapen aan de korte Prinsengracht en wij lagen met nog een heel stel op de grond daar in een achterkamer. Het was nog niet eens ongezellig daar. Maar vader zat erg over de kippen in zorg. Ik was daar net loopmeisje, want alles moest gehaald worden. Ik vond dat helemaal niet vervelend. Ook moesten we kleren hebben. Er was toen op de Haarlemmerstraat, op de hoek van de Prinsengracht, nog een zaak van Vroom en Co.